wielerklassieker verslag
Waalse Pijl, 210 kilometer |  Herman Kerdijk  |
  |  publ. 3 jun 2008  |

 

De reis

3 mei 2008. Twee gezinnen zijn op donderdag 1 mei afgereisd naar Schin op Geul om daar buiten het tochtje in België nog te genieten van een welverdiend weekje rust. De stacaravan is niet je van het, maar als VAVer redt je je snel. De rest vertrok op vrijdag om 10 uur vanaf de Rotonde Langebosch. Koos stond om 09.00 uur nog bij Vonk om een defect crankstel te laten repareren.

Bert Lukje had zich van tevoren al verheugd op een rit je bij mij in de auto vanwege het feit dat ik ruim voorzien ben van Luikse wafels en de welbekende Rosé Glacés (420 kcal per 100 gr incl. 21 gr VET!!!!!!!!!). 

Dit keer moest hij noodgedwongen met iemand anders mee, en de gelukkige was Bert Sillius. Helaas kon hij zich bij Bert niet te goed doen aan wafels en glacés maar in plaats daarvan krijgt hij winterwortels voorgeschoteld!

Ik meende gehoord te hebben dat hij deze later tijdens de rit nog in de oren heeft gestopt ter demping van het hoge gespreksvolume van Bert Sillius. Rond een uur of 4 zijn Jan Romp en ik gearriveerd in Spa alwaar ons verblijf zich bevond. Van buiten gezien zag het er allemaal nog idyllisch en pittoresk uit. We zeiden nog tegen elkaar “mooi rustig plekje”. De “vriend” van de eigenaresse was alleen thuis en kon ons in eerste instantie niet helpen want zijn vrouw deed de boekingen en daar mocht hij zich niet mee bemoeien, hij deed de tuin en andere kut klusjes. Hij was destijds aangenomen als klusjesman en is kennelijk ook geschikt gebleken voor intiemere klusjes zodat hij maar is gebleven. Toen wij een uurtje later het koetshuis betraden gingen we minstens 100 jaar terug in de tijd. De meubels waren in een staat welke zelfs niet door stichting mobiel zou worden ingenomen. Het water liep bij het douchen net zo snel onder de douchebak uit als het in het putje stroomde. Maar goed we moesten het ermee doen, en veel tijd zouden we daar toch niet doorbrengen.

De avond

Na installatie eerst maar een hapje eten, tijdens de wandeling ook maar besloten om direct de startkaarten op te halen. Dus eerst maar “even” 3 km lopen naar de start van de tocht. Dit was voor sommigen van onder ons al een ware beproeving, een klassieker op zich. In het huis voor het slapen gaan wordt er voortdurend gelobbyd over alles wat met de tocht te maken heeft. Wat doen we aan voor kleren? Wat neem je mee met betrekking tot voedsel? Enz. enz. 

Clara bood aan de volgende dag op een bepaald punt te gaan staan zodat we weer even op verhaal konden komen enz. Dit was voor ons een hele opluchting, want nu konden we ons voldoende warm kleden en bij de stop wat kleren in de auto gooien en natuurlijk weer een beetje eten en drinken inslaan. Met gevaar voor eigen leven ging Clara menig steile heuvel op achter de wielrenners aan om een volgend plekje te zoeken voor de fouragering van de VAVers. Ergens boven op de heuvel nabij Stavelot hebben ze een plekje gevonden en maar wachten op ons wel 3 uur later en een gespannen blaas bij Gineke en Clara zijn ze uiteindelijk maar weer richting camping Schoonbron getogen. Clara zei nog tegen Gineke, die erg nodig moest, ”ga maar achter de auto zitten voor een kleine boodschap” maar de auto van Jan staat zo hoog op de wielen dat Gineke zichzelf al zat zitten met haar kadetje onder de auto uit, terwijl de bergop zwoegende wielrenners ruim zicht hadden onder de auto door, wat wellicht tot gevaarlijke situaties zou kunnen lijden. Dus zag ze er maar vanaf.

De Tocht

Om 04.30 uur ging de wekker. Shit, de spanning was duidelijk merkbaar. Iedereen had zijn eigen voorbereiding. De één ging uitgebreid zitten voor een goed ontbijt, de ander nam onder het aankleden wel een krentenbol of Luikse wafel. Ikzelf heb me tegoed gedaan aan 2 kleine krentenbollen en twee glacés, blikje cola en een Red Bull. Tussen de bomen was het een graad of 4, buiten het dorp bleef de thermometer hangen op 1 graadje. Om tien voor zes was een ieder gereed voor vertrek en aldus geschiedde. Eerst 2500 meter naar de start, stempeltje halen en gaan met die banaan. BRRRRRR! Koud hoor.

Na 3 km direct 3 km klimmen voor de kiezen als opwarmertje (klim 1: Le Masquisard 3000m 5,1% max 10%)  iedereen was kennelijk zeer gebrand maar het ging mij nog te snel, ook moest ik nodig de Red Bull er weer uit zien te krijgen. Pfffff,  dat lucht op. In de verte zag ik door de ochtendnevel nog een glimp van de groep en al snel de volgende klim (klim 2 Col de Hauteregard 4900m 4,5% max 7%) was iedereen inmiddels opgewarmd tijdens de afdaling naar Remouchamps was de warmte alweer als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik zat nog alleen en zag alleen Luck the Beast nog voor me en ik kan je vertellen dat ik nog knap nerveus was. Ik dacht nog terug aan mijn eerste klassieker LBL met een dijk van een klim op  het eind nl. La Redoute (klim 3 La Redoute 1700m 9.8% max. 20%) ik zie mezelf daar in een visioen nog zwoegen in de regen met mijn veel te grote regenponcho om mijn schouders.

Maar terug naar de realiteit: aan de voet van de berucht klim trof ik Bert weer, samen maar naar boven zwoegen en kijken waar het schip strandt. Ik had er niet veel vertrouwen in, maar het ging wat soepeler als een paar jaar terug en ook The Beast kwam boven. Daar kon je ook kiezen of je 160 of 210 km zou rijden. Ik had nog hoop om Bert om te krijgen met mij de 210 te rijden maar daar gaf hij niet aan toe en ging zijn strijd aan met de 160 km. Ik ben vervolgens mijn weg gegaan en zag mezelf de hele afstand al alleen rijden, wat op dat moment nog niet de beste motivatie was om door te gaan. Blik op oneindig en verstand op nul, en maar een beetje om me heen gekeken en uiteraard geluisterd naar de geluiden van de natuur. Dit had tot gevolg dat ik toch wat positiever begon te fietsen, ik tot wel 20.30 uur de tijd om binnen te komen! (afgezien van die kut schouder en rug, daar kom ik verder in dit verhaal dan ook maar niet op terug). Na een korte afdaling ging het weer omhoog (klim 4 Col de Cournemont  4km ik denk 4 a 5 %) Weer even op adem komen in de afdaling en dan de volgende (klim 5 Les Forges 2500m 4,5% max. 13%) daarna wat op en neer en weer eentje (klim 6 Cote d’Avister 10.8 % max. 16%) weer een bemoedigende gedachte kwam bij me op: what goes op must come down (Marten riep dit een aantal keer) je begrijpt wel ER IS GEEN METER VLAK!!!!!!!!!!!

Met het vizier op 60 km en dus controle doemde het volgende pukkeltje alweer voor de wielen op. (klim 7 Côte de Hestreux 2300m 5.1% max 14%) Was het nu hier? Of veel verder in de tocht dat in de ochtenddauw de koeien los op de weg liepen. Je zou je fiets maar tussen die uiers parkeren! Dan is de melk wel zuur en de rapen gaar. Het eerste bevrijdende bordje met daarop de tekst “Controlé “ daar trof ik gelukkig een aantal van de groep Marten, Koos, Erik en Folkert. Doorgaan was het devies. De cakewalk ging verder door een aantal mij niets zeggende dorpjes. Toch wel erg aangenaam met een aantal fietsmaten in de buurt. Onderweg troffen we de kopgroep met twee lekke banden, altijd vette pech en flink balen. Ook Erik was aan de beurt. Een defecte derailleur was zijn deel en onderweg ook nog een bidon verloren, dus even terug om die te halen. Marten en koos waren alvast rustig doorgefietst en ik ben ook maar weer op pad gegaan en heb boven in de zon eerst maar de beenstukken uitgetrokken liggend op de weg uiteraard. Op dat moment kwam net de groep Romp voorbij (motard 1) Silius vroeg verontrust “ben je gevallen?” neeeeee!!! ik lig hier elk jaar een half uurtje, even een grapje tussendoor hoor!

Voor de klim had ik Marten en Koos ingehaald en we reden gezamenlijk weer verder in afwachting van de terugkeer van Folkert en Erik. Eerst maar even omhoog (klim 8 Cote de Horion 1100m 5.9% max. 16%) inmiddels doorgekregen dat de meisjes in Bomal voor het spoor zouden staan met de “hoge”auto van Jan. Hierbij kan ik de dames melden dat de heren fietsers dit uitermate op prijs gesteld hebben dat er even een extra tussenstop was. Toch ook knap van de dames om met een beest van een auto en 2 jongens en 2 meisjes achterin door België te toeren. Oh, ja Het negende bobbeltje was ook al geweest (klim 9 Côte de Warre 2300m 5.3% max. 9%) Het begint al te wennen. Op aanraden van Johan had ik zo’n pot bips smeer gekocht van Vonk, Asos of zo en dat deed zijn werk meer dan behoorlijk mijn billetjes hadden nog niets te lijden. Het weer was inmiddels van dien aard dat menig kledingstuk in de auto had plaatsgenomen. Elke keer in de afdaling was het nog wel frisjes. We kwamen op de helft van de klimmen dit keer was aan de beurt (klim 10 Côte de Roche a Frené 2000m 9,5% max 13%) mijn ervaring was dat als de klimmen onder de 15% bleven het nog wel te doen was, percentages daarboven was het echt afzien,voor mij dan. Ook Koos had het er zwaar mee. Marten beet zicht iedere keer vast in het fietsend bereiken van de top. Echt klasse vond ik dat. Na de afgelopen klim was er een controlepost en waren we over de helft van de afstand en op de helft van de klimmen. Nog 10 te gaan, en nog 103 km. dat is altijd een keerpunt in de strijd. (klim 11 côte de Haute-Bodeux 3300 m 4,9% max. 18%) vervolgens (klim 12 Côte de Bergeval 4900m 5.4% max 14%) volgens mij was het al enige tijd geleden dat ik telefoon kreeg om Folkert te bellen dat hij niet meer op Erik hoefde te wachten, die had zijn derailleur in de vernieling liggen en was Abbandon, heel spijtig als er iemand noodgedwongen af moet stappen. (klim 13 Côte de Mont le Soie 4000m 5.9% max. 11%) deze was op het kaartje doorgekrast maar we hebben flink moeten klimmen om de controle op 144 km te bereiken, dus tel ik hem gewoon mee.

Koos kreeg inmiddels steeds vaker wat krampjes te verwerken en ook bij mij en Marten begon zich de strijd gevoelen. En het ergste moest nog komen. Op km 158 (klim 14 Côte de Ligneuville  1050m  10,5% max. 14% ).Van de volgende waren geen gegevens bekend dus maar even gokken (klim 15 Côte de Beaumont 2000m 5% max 8%) even naar beneden en dan de topper!!van de dag met 340 points de cotacols (klim 16 Le Stockeu 2300 9.8% max. 21%) na de volgende maar even pauze (klim 17 Côte de Wanne 2200m 7,6% max. 17%) ook een vieze pukkel. op de top bij een café even een cola scoren en even wachten op Koos die steeds meer last van kramp kreeg. Daar op het terras vertelden “ervaren wielrenners dat die de Wannaraval was en dat de Wanne nog kwam. Je wilt niet weten hoe flauw we waren de gvd,s waren niet van de lucht op dat moment. Gelukkig was er ook nog een scherp van geest en kwam met de mededing dat dit wel de Côte de Wanne was doch van de andere kant beklommen. In LBL klim de wel de andere kant. Er bleef nog  1 minne over nl. (klim 18 Le Thier de Coo 2600m 8.5% max. 20%) en ook hier weer een controlepost. Koeken konden er niet meer in alleen nog water en er lag ook chocola. Lekker lekker lekker. Ik heb me de snufferd er goed vol mee gepropt. Johan was er toch niet bij (deze raadt ten strengste dergelijke etenswaren af) maar wat kon het bommen nog 22 km te gaan!!

Koos had liever dat we doorreden en zou het wel redden tot de streep. Later hoorden we van hem dat hij het uitgegierd heeft van de pijn tijdens de klimmen. Een advies door hem opgevolgd was schoenen uit en 5 min lopen, dit hielp. Nog twee te gaan (klim 19 La haute Levée 3600m 5,6% max.12%) en gevolgd door de laatste gelukkig (klim 20 Le Rosier 4500m 5,4% max. 10 %) normaal gesproken geen probleem voor ons, doch de kilometers gaan echt wel tellen er kwam geen eind aan. Marten en ik waren dezelfde mening toegedaan ”we zijn er kotsmisselijk van” er restte alleen nog een afdaling naar Spa, ook dat viel me niet meer mee. En eindelijk was daar de bevrijdende finish. Bert en Erik wachten ons daar op en overhandigden ons de gezamenlijke beker. Top van Erik en Bert dat zij zolang op ons gewacht hebben.

Iets later kwam ook Koos binnen, die was echt helemaal uitgewoond, de zoutkristallen waren in grote getale op zijn gezicht te zien. En nog een 30 min later had ook Folkert de strijd beëindigd.

Smekend belden we Johan of hij nog een beetje fris was en ons eventueel op kon halen. Gelukkig was dat geen probleem. Na aankomst in het krot was de ontvangst overweldigend. Na de felicitaties over en weer kwamen de borrelnoten pinda’s en cola op de tafel na enige tijd was er nog een sterk staatje broederliefde te bewonderen. Henk hielp Koos voetje voor voetje de trap op. 

Wat mij betreft de zwaarste klassieker in het rijtje

Maar wel erg mooi