De reis
3 mei
2008.
Twee gezinnen zijn op donderdag 1 mei
afgereisd naar Schin op Geul om daar
buiten het tochtje in België nog te
genieten van een welverdiend weekje
rust. De stacaravan is niet je van het,
maar als VAVer redt je je snel. De rest
vertrok op vrijdag om 10 uur vanaf de
Rotonde Langebosch. Koos stond om 09.00
uur nog bij Vonk om een defect crankstel
te laten repareren.
Bert Lukje had zich van tevoren al
verheugd op een rit je bij mij in de
auto vanwege het feit dat ik ruim
voorzien ben van Luikse wafels en de
welbekende Rosé Glacés (420 kcal per 100
gr incl. 21 gr VET!!!!!!!!!).
Dit keer
moest hij noodgedwongen met iemand
anders mee, en de gelukkige was Bert
Sillius. Helaas kon hij zich bij Bert
niet te goed doen aan wafels en glacés
maar in plaats daarvan krijgt hij
winterwortels voorgeschoteld!
Ik meende
gehoord te hebben dat hij deze later
tijdens de rit nog in de oren heeft
gestopt ter demping van het hoge
gespreksvolume van Bert Sillius. Rond
een uur of 4 zijn Jan Romp en ik
gearriveerd in Spa alwaar ons verblijf
zich bevond. Van buiten gezien zag het
er allemaal nog idyllisch en pittoresk
uit. We zeiden nog tegen elkaar “mooi
rustig plekje”. De “vriend” van de
eigenaresse was alleen thuis en kon ons
in eerste instantie niet helpen want
zijn vrouw deed de boekingen en daar
mocht hij zich niet mee bemoeien, hij
deed de tuin en andere kut klusjes. Hij
was destijds aangenomen als klusjesman
en is kennelijk ook geschikt gebleken
voor intiemere klusjes zodat hij maar is
gebleven. Toen wij een uurtje later het
koetshuis betraden gingen we minstens
100 jaar terug in de tijd. De meubels
waren in een staat welke zelfs niet door
stichting mobiel zou worden ingenomen.
Het water liep bij het douchen net zo
snel onder de douchebak uit als het in
het putje stroomde. Maar goed we moesten
het ermee doen, en veel tijd zouden we
daar toch niet doorbrengen.
De avond
Na installatie eerst maar een hapje
eten, tijdens de wandeling ook maar
besloten om direct de startkaarten op te
halen. Dus eerst maar “even” 3 km lopen
naar de start van de tocht. Dit was voor
sommigen van onder ons al een ware
beproeving, een klassieker op zich. In
het huis voor het slapen gaan wordt er
voortdurend gelobbyd over alles wat met
de tocht te maken heeft. Wat doen we aan
voor kleren? Wat neem je mee met
betrekking tot voedsel? Enz. enz.
Clara bood
aan de volgende dag op een bepaald punt
te gaan staan zodat we weer even op
verhaal konden komen enz. Dit was voor
ons een hele opluchting, want nu konden
we ons voldoende warm kleden en bij de
stop wat kleren in de auto gooien en
natuurlijk weer een beetje eten en
drinken inslaan. Met gevaar voor eigen
leven ging Clara menig steile heuvel op
achter de wielrenners aan om een volgend
plekje te zoeken voor de fouragering van
de VAVers. Ergens boven op de heuvel
nabij Stavelot hebben ze een plekje
gevonden en maar wachten op ons wel 3
uur later en een gespannen blaas bij
Gineke en Clara zijn ze uiteindelijk
maar weer richting camping Schoonbron
getogen. Clara zei nog tegen Gineke, die
erg nodig moest, ”ga maar achter de auto
zitten voor een kleine boodschap” maar
de auto van Jan staat zo hoog op de
wielen dat Gineke zichzelf al zat zitten
met haar kadetje onder de auto uit,
terwijl de bergop zwoegende wielrenners
ruim zicht hadden onder de auto door,
wat wellicht tot gevaarlijke situaties
zou kunnen lijden. Dus zag ze er maar
vanaf.
De Tocht
Om 04.30 uur ging de wekker. Shit, de
spanning was duidelijk merkbaar.
Iedereen had zijn eigen voorbereiding.
De één ging uitgebreid zitten voor een
goed ontbijt, de ander nam onder het
aankleden wel een krentenbol of Luikse
wafel. Ikzelf heb me tegoed gedaan aan 2
kleine krentenbollen en twee glacés,
blikje cola en een Red Bull. Tussen de
bomen was het een graad of 4, buiten het
dorp bleef de thermometer hangen op 1
graadje. Om tien voor zes was een ieder
gereed voor vertrek en aldus geschiedde.
Eerst 2500 meter naar de start,
stempeltje halen en gaan met die banaan.
BRRRRRR! Koud hoor.
Na 3
km direct 3 km klimmen voor de kiezen
als opwarmertje (klim 1: Le Masquisard
3000m 5,1% max 10%) iedereen was
kennelijk zeer gebrand maar het ging mij
nog te snel, ook moest ik nodig de Red
Bull er weer uit zien te krijgen. Pfffff,
dat lucht op. In de verte zag ik door de
ochtendnevel nog een glimp van de groep
en al snel de volgende klim (klim
2 Col de Hauteregard
4900m 4,5% max 7%) was iedereen
inmiddels opgewarmd tijdens de afdaling
naar Remouchamps was de warmte alweer
als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik zat
nog alleen en zag alleen Luck the Beast
nog voor me en ik kan je vertellen dat
ik nog knap nerveus was. Ik dacht nog
terug aan mijn eerste klassieker LBL met
een dijk van een klim op het eind nl.
La Redoute (klim 3 La Redoute 1700m 9.8%
max. 20%) ik zie mezelf daar in een
visioen nog zwoegen in de regen met mijn
veel te grote regenponcho om mijn
schouders.
Maar terug
naar de realiteit: aan de voet van de
berucht klim trof ik Bert weer, samen
maar naar boven zwoegen en kijken waar
het schip strandt. Ik had er niet veel
vertrouwen in, maar het ging wat
soepeler als een paar jaar terug en ook
The Beast kwam boven. Daar kon je ook
kiezen of je 160 of 210 km zou rijden.
Ik had nog hoop om Bert om te krijgen
met mij de 210 te rijden maar daar gaf
hij niet aan toe en ging zijn strijd aan
met de 160 km. Ik ben vervolgens mijn
weg gegaan en zag mezelf de hele afstand
al alleen rijden, wat op dat moment nog
niet de beste motivatie was om door te
gaan. Blik op oneindig en verstand op
nul, en maar een beetje om me heen
gekeken en uiteraard geluisterd naar de
geluiden van de natuur. Dit had tot
gevolg dat ik toch wat positiever begon
te fietsen, ik tot wel 20.30 uur de tijd
om binnen te komen! (afgezien van die
kut schouder en rug, daar kom ik verder
in dit verhaal dan ook maar niet op
terug). Na een korte afdaling ging het
weer omhoog (klim 4 Col de Cournemont
4km ik denk 4 a 5 %) Weer even op adem
komen in de afdaling en dan de volgende
(klim 5 Les Forges 2500m 4,5% max. 13%)
daarna wat op en neer en weer eentje
(klim 6 Cote d’Avister 10.8 % max. 16%)
weer een bemoedigende gedachte kwam bij
me op: what goes op must come down
(Marten riep dit een aantal keer) je
begrijpt wel ER IS GEEN METER
VLAK!!!!!!!!!!!
Met het
vizier op 60 km en dus controle doemde
het volgende pukkeltje alweer voor de
wielen op. (klim 7 Côte de Hestreux 2300m
5.1% max 14%) Was het nu hier? Of veel
verder in de tocht dat in de ochtenddauw
de koeien los op de weg liepen. Je zou
je fiets maar tussen die uiers parkeren!
Dan is de melk wel zuur en de rapen
gaar. Het eerste bevrijdende bordje met
daarop de tekst “Controlé “ daar trof ik
gelukkig een aantal van de groep Marten,
Koos, Erik en Folkert. Doorgaan was het
devies. De cakewalk ging verder door een
aantal mij niets zeggende dorpjes. Toch
wel erg aangenaam met een aantal
fietsmaten in de buurt. Onderweg troffen
we de kopgroep met twee lekke banden,
altijd vette pech en flink balen. Ook
Erik was aan de beurt. Een defecte
derailleur was zijn deel en onderweg ook
nog een bidon verloren, dus even terug
om die te halen. Marten en koos waren
alvast rustig doorgefietst en ik ben ook
maar weer op pad gegaan en heb boven in
de zon eerst maar de beenstukken
uitgetrokken liggend op de weg
uiteraard. Op dat moment kwam net de
groep Romp voorbij (motard 1) Silius
vroeg verontrust “ben je gevallen?”
neeeeee!!! ik lig hier elk jaar een half
uurtje, even een grapje tussendoor hoor!
Voor de klim
had ik Marten en Koos ingehaald en we
reden gezamenlijk weer verder in
afwachting van de terugkeer van Folkert
en Erik. Eerst maar even omhoog (klim 8
Cote de Horion 1100m 5.9% max. 16%)
inmiddels doorgekregen dat de meisjes in
Bomal voor het spoor zouden staan met de
“hoge”auto van Jan. Hierbij kan ik de
dames melden dat de heren fietsers dit
uitermate op prijs gesteld hebben dat er
even een extra tussenstop was. Toch ook
knap van de dames om met een beest van
een auto en 2 jongens en 2 meisjes
achterin door België te toeren. Oh, ja
Het negende bobbeltje was ook al geweest
(klim 9 Côte de Warre 2300m 5.3% max.
9%) Het begint al te wennen. Op aanraden
van Johan had ik zo’n pot bips smeer
gekocht van Vonk, Asos of zo en dat deed
zijn werk meer dan behoorlijk mijn
billetjes hadden nog niets te lijden.
Het weer was inmiddels van dien aard dat
menig kledingstuk in de auto had
plaatsgenomen. Elke keer in de afdaling
was het nog wel frisjes. We kwamen op de
helft van de klimmen dit keer was aan de
beurt (klim 10 Côte de Roche a Frené
2000m 9,5% max 13%) mijn ervaring was
dat als de klimmen onder de 15% bleven
het nog wel te doen was, percentages
daarboven was het echt afzien,voor mij
dan. Ook Koos had het er zwaar mee.
Marten beet zicht iedere keer vast in
het fietsend bereiken van de top. Echt
klasse vond ik dat. Na de afgelopen klim
was er een controlepost en waren we over
de helft van de afstand en op de helft
van de klimmen. Nog 10 te gaan, en nog
103 km. dat is altijd een keerpunt in de
strijd. (klim 11 côte de Haute-Bodeux
3300 m 4,9% max. 18%) vervolgens (klim
12 Côte de Bergeval 4900m 5.4% max 14%)
volgens mij was het al enige tijd
geleden dat ik telefoon kreeg om Folkert
te bellen dat hij niet meer op Erik
hoefde te wachten, die had zijn
derailleur in de vernieling liggen en
was Abbandon, heel spijtig als er iemand
noodgedwongen af moet stappen. (klim 13
Côte de Mont le Soie 4000m 5.9% max.
11%) deze was op het kaartje doorgekrast
maar we hebben flink moeten klimmen om
de controle op 144 km te bereiken, dus
tel ik hem gewoon mee.
Koos kreeg
inmiddels steeds vaker wat krampjes te
verwerken en ook bij mij en Marten begon
zich de strijd gevoelen. En het ergste
moest nog komen. Op km 158 (klim 14 Côte
de Ligneuville 1050m 10,5% max. 14%
).Van de volgende waren geen gegevens
bekend dus maar even gokken (klim 15
Côte de Beaumont 2000m 5% max 8%) even
naar beneden en dan de topper!!van de
dag met 340 points de cotacols (klim 16
Le Stockeu 2300 9.8% max. 21%) na de
volgende maar even pauze (klim 17 Côte
de Wanne 2200m 7,6% max. 17%) ook een
vieze pukkel. op de top bij een café
even een cola scoren en even wachten op
Koos die steeds meer last van kramp
kreeg. Daar op het terras vertelden
“ervaren wielrenners dat die de
Wannaraval was en dat de Wanne nog kwam.
Je wilt niet weten hoe flauw we waren de
gvd,s waren niet van de lucht op dat
moment. Gelukkig was er ook nog een
scherp van geest en kwam met de mededing
dat dit wel de Côte de Wanne was doch
van de andere kant beklommen. In LBL
klim de wel de andere kant. Er bleef
nog 1 minne over nl. (klim 18 Le Thier
de Coo 2600m 8.5% max. 20%) en ook hier
weer een controlepost. Koeken konden er
niet meer in alleen nog water en er lag
ook chocola. Lekker lekker lekker. Ik
heb me de snufferd er goed vol mee
gepropt. Johan was er toch niet bij
(deze raadt ten strengste dergelijke
etenswaren af) maar wat kon het bommen
nog 22 km te gaan!!
Koos had
liever dat we doorreden en zou het wel
redden tot de streep. Later hoorden we
van hem dat hij het uitgegierd heeft van
de pijn tijdens de klimmen. Een advies
door hem opgevolgd was schoenen uit en 5
min lopen, dit hielp. Nog twee te gaan
(klim 19 La haute Levée 3600m 5,6%
max.12%) en gevolgd door de laatste
gelukkig (klim 20 Le Rosier 4500m 5,4%
max. 10 %) normaal gesproken geen
probleem voor ons, doch de kilometers
gaan echt wel tellen er kwam geen eind
aan. Marten en ik waren dezelfde mening
toegedaan ”we zijn er kotsmisselijk van”
er restte alleen nog een afdaling naar
Spa, ook dat viel me niet meer mee. En
eindelijk was daar de bevrijdende
finish. Bert en Erik wachten ons daar op
en overhandigden ons de gezamenlijke
beker. Top van Erik en Bert dat zij
zolang op ons gewacht hebben.
Iets later
kwam ook Koos binnen, die was echt
helemaal uitgewoond, de zoutkristallen
waren in grote getale op zijn gezicht te
zien. En nog een 30 min later had ook
Folkert de strijd beëindigd.
Smekend
belden we Johan of hij nog een beetje
fris was en ons eventueel op kon halen.
Gelukkig was dat geen probleem. Na
aankomst in het krot was de ontvangst
overweldigend. Na de felicitaties over
en weer kwamen de borrelnoten pinda’s en
cola op de tafel na enige tijd was er
nog een sterk staatje broederliefde te
bewonderen. Henk hielp Koos voetje voor
voetje de trap op.
Wat mij
betreft de zwaarste klassieker in het
rijtje
Maar wel erg
mooi
|