wielerklassieker verslag
3 Vlaanderen Classic, 235 kilometer |  Jaap Buter |
"Je suis un Flandrien!" |  publ. 1 dec 2005  |
 

17 mei 2003. Na de editie van Luik-Bastenaken-Luik in augustus 2002 zou dit mijn 2e grote klassieker worden. Ik had mij dit jaar aangemeld voor het Klassiekerbrevet, dus die LBL van vorig jaar telde niet mee. De bedoeling is om dit jaar 3 klassiekers te te rijden om voor het Bord in aanmerking te komen: de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en de Amstel Gold Race eind augustus 2003.
 

De voorbereiding was goed. Veel kilometers en vooral iets sneller getraind dan vorig jaar, mijn eerste jaar. De Laage Vuursche Tocht(160 km-25,3 km/u gem), en de NH tocht(160 km-29.0 km/u gem), waren een goede graadmeter. De NH tocht werd verreden onder sublieme weersomstandigheden. Ook een trainingsrit op 10 mei 2003 door Noord-Holland van 160 km., samen met mijn maatje Jeroen Buiter was vrij pittig. Afgesloten met 6 beklimmingen op de Klimweg in Schoorl. Deze is 52 m hoog en heeft op bepaalde stukken een stijgingspercentage van 20 %! Maar dan met straatklinkers in plaats van kasseien. Dus best wel te vergelijken met de meeste klimmetjes van Vlaanderen. Dacht ik!...Nou, ik zat aardig kapot in ieder geval. Dan bewijst de Shimano Tiagra Triple zijn nut weer. De op een na lichtste versnelling(30 voor-23 achter), moest worden aangewend om mij boven te krijgen. Dit was dus een week voor de Ronde van Vlaanderen…

Filevorming

De Ronde van Vlaanderen werd verreden op 17 mei 2003. Voor mijn maatje Jeroen kwam deze klassieker nog iets te vroeg. Hij is weliswaar een stuk jonger, maar nog slechts een half jaar bezig met toerfietsen. Bovendien ging hij een weekje vliegvissen in Denemarken. Bepakt en bezakt ging ik er dus in mijn eentje op uit. Om 13.15 uur vertrok ik uit Tuitjenhorn. Het was de bedoeling dat iik in de Opel Astra Station zou gaan slapen. Alles was nagecheckt. Er was kampeergelegenheid daar in Eede (Zeeuws-Vlaanderen).

Voor Schiphol kwam al via Radio 3 FM een filemelding: Utrecht-Breda een file van 13 km. Dus ik op tijd anticiperend een andere route uitgekozen. Dan maar richting Den Haag over de A4. Toen begon de ellende. Ook op de A4 een ongeval. Vervolgens zat ik via allerlei sluiproute helemaal vast in de vrijdagmiddagspits. En dat al om half drie 's middags! Overal waar je keek: stilstaande auto's. Gelukkig zat er nog koffie in de thermoskan. De moedeloosheid slaat wel toe als je op een gegeven moment stapvoets langs het Malieveld rijdt, terwijl de bestemming Zeeuws-Vlaanderen is. Later ging het beter. Als toetje-toe nog een file van 6 km door werkzaamheden bij de Vlaketunnel in Zeeland. Dit komt geloof ik een keer in de 20 jaar voor. De splinternieuwe Westerschelde tunnel vond ik wel een belevenis. De tol van € 4,- was wel een beetje overdreven. Enkele reis!

Ondertussen begon de eindbestemming te naderen. Dat mocht wel na 350 km. Vlak voor de bebouwde kom opeens: Flits! Midden in mijn gezicht. De lokale autoriteiten hadden het wel passend gevonden, om mij na zo'n hellerit op een foto te trakteren! 4 km te snel bij een max snelheid van 80 km/u!...Wat een binnenkomst…! Snel werd een alleraardigste boerderijcamping gevonden om 19.45 uur. Gezellige mensen in Heille. Deze camping lag een kilometer van de startplaats: café De Tol in Eede, een steenworp van de Belgische grens.

Vliegen

's Nachts had ik redelijk geslapen. Een paar keer wakker geweest. Vliegen die, door de op een kier staande raampjes naar binnen weten te kruipen. Maar 1 keer gestoken. Viel best wel mee.

Om 6.45 uur naar de start. Het was nog erg rustig daar. Wel weer alles Nederlanders. Naar later bleek 150 man voor de 225 km, en 200 personen voor de andere afstanden. Van Le Champion waren er 15 personen aanwezig. De man van de organisatie vertelde de reden. Dit is een Nederlandse organisatie. Bij de Belgische editie is het altijd veel drukker. 12.000 deelnemers! Dan kom je fietsend niet boven bij De Muur.

Alles nog snel nachecken. Twee bidonnen mee, de een met yoghurtdrink, de ander met water, aangelengd met druivensuiker en een beetje zout, een flesje A-A, 2 stuks breaker, 5 pakjes ontbijtkoek en een pakje Ligakoek. Remmen, banden en reservespullen nakijken. Je doet op zulke momenten dingen die totaal nier relevant zijn. Door de zenuwen. Je staat best wel onder spanning. Het weer was rustig, windstil, met bewolking. Gelukkig droog. Ik ging meteen contact zoeken. Wat is een leuk groepje? Hoe snel gaan ze? Het is moeilijk in te schatten van te voren. Maar je krijgt daar wel ervaring in.

"Mag ik misschien met jullie meerijden?" Een groepje uit Sassenheim maakte aanstalten om te vertrekken. "Natuurlijk, geen probleem". Ik kwam naast Bert te rijden. Na 1 km al de grensaanduidingen van België. Meteen lekker kwebbelen bij een snelheid van 26 km/u. Ik vertelde mijn doel de aankomende jaren: Het Klassiekerbrevet. Het toeval wilde dat Bert het Brevet een aantal jaar geleden had veroverd. Dus van die man kon ik een hoop opsteken. Bert vond de Ronde van Lombardije de zwaarste Klassieker. Frank was een grote vent die in augustus ook de LBL gaat rijden, en Wim was ,volgens eigen zeggen, een wat 'zwaarlijvige renner', die vast wel problemen zou krijgen met de Vlaamse Ardennen.

Sassenheimers

Ondertussen bleef het lekker droog, al pakten zich in de verte donkere wolken samen. De temperatuur was 17 graden. Perfect wat mij betreft. Na 25 km begonnen de eerste regendruppels te vallen nabij St. Maria Aalter. Shit! De Sassenheimers vroegen of ik het niet beter met een snel naderend ander groepje kon gaan. Zij zouden toch de 180 km gaan rijden. De snellere groep bestond uit 10 man, en ik pikte bij hun aan. Dat ging sneller, 30 km/u op het nog vlakke gedeelte. De contouren van de Vlaamse Ardennen doemden plotseling op. Verder ging het 3 jongens uit Tiel. Zij hadden vast ingestraald water van Jomanda voor mij… Bij de Nokere( km 58. 350 m kassei met gem. 6 %) begon de eerste kasseienklim. De jongen met een enorme snor en een mooie Van Tuyl-fiets klom het beste. Een andere, hij leek op Helmut Lotti, zat daar al op zijn lichtste versnelling…De laatste van de drie, Peter, had het bij de beklimmingen meteen zwaar. Hij woog ook 90 kilo, altijd een nadeel. Mijn eigen gewicht lijkt OK: 69 kilo bij een lengte van 181 cm. Dit was dan ook een prachtig groepje voor mij.

Op het vlakke moest ik erg wennen aan de kasseien. Je wordt helemaal door elkaar gerammeld. De handen en het zitvlak begonnen te gloeien. Ook de onderrug begon op te spelen. Ik hield m'n hart vast voor de klimmen omhoog,maar dat bleek mee te vallen. Het gaat immers niet hard omhoog,dat is het verschil! De 'snor' had daar helemaal geen probleem mee. Hij roste keihard over de daar nog vlakke kasseien. ''Stuur losjes vast en  druk op de pendalen houden'',was zijn tip. Toen bij een kasseien strook in de aanloop van de Oude-Kwaremont(km76, net 2200 m.asfalt-kassei. Gem 4.5%) in Kerkhove,opeens een luide klap. Mijn zadeltasje was afgebroken en lag op straat. De jongens merkten niets en reden gestaag bij me weg. Het was lastig, ik zat met het gereedschap , de reservebanden etc..Oplossing: tasje in de bidonhouder, bidon in het shirtje achter. Alleen, en dat was erger: ik was de groep kwijt. En dat vlak voor de zware beklimmingen! In mijn eentje de Vlaamse Ardennen in. Geinig! Er kwam ook geen aansluiting van achter.

Enorm steil

Het landschap slingerde zich aan mij voorbij. Uit de sprookjes van Andersen. De dikbillen die stonden te grazen zouden niet misstaan bij de Schager Paasveetentoonstelling. Oude tractors met veevoer in de wagen. En een hond die grommend langs het erf staat. Jij maar hopen dat ie je niet aanvliegt. Vooral niet bergop alstublieft! De Kalkhovenberg(km. 78.-48 m. hoogteverschil-gem. 12.5 % stijging), was de eerste zware klim, het ging aardig. Meteen hierna de Paterberg( naar 80 m. hoogte-350 m kassei-max stijging 20 %. Dat was kicken. Op dit punt ben je nog redelijk fris. Enorm steil licht slingerend na 79 km. Met 12 km/u omhoog en met de versnelling 30/23 kon mij niets gebeuren.

Toen voorbij Zulzeke doemde in het lieflijke Vlaamse land opeens een schim als een piramide voor me op: de Koppenberg( van13 m. naar 77 m. hoogte. 450 m kassei-max stijging 22 %. Hij gaat recht, steil omhoog, je versnelling moet meteen goed zitten, anders kun je het schudden. Je kijkt 3 meter voor je. Probeer te anticiperen op de hobbels, oneffenheden. Je gebruikt de stukjes vlakke berm. Dan weer gebruik je een stukje goot. Op tijd weer terug want er staat een wilg. Uitkijken voor een betonnen bandje wat omhoog staat, en van kassei naar kassei slinger je jezelf omhoog. Met niet meer dan 10 km/u passeer je een afstapper. Er staan een paar mensen langs de kant. "Knap hoor!" De mond wijd open en een keer van het zadel, de grip op de inmiddels droge kasseien bleef goed. Ik was boven! Heavy hoor! Ik dacht nog: "Het lijkt me sterk dat ik de anderen niet inhaal." Maar ik zag ze niet.

De Muur

Hierna volgden de klimmen zich in rap tempo op. De Taaienberg(van 37-82m hoog-475 m kassei.-max stijging 18 %, de Eikenberg en de Ganzenberg, de een nog zwaarder dan de ander. Maar je komt wel beter in je ritme. Hier haalde ik de jongens uit Tiel weer in. Eerst de “Snor”- hij was verkeerd gereden- en later “Van Petegem' en 'Helmut Lotti'. Bij Vloesberg in cafe Çhalet Gerard' was het stempelen na 104 km. Daar keken we vol ontzag naar Cees Ris, 73 jaar oud en bezig met zijn 5e Klassiekerbrevet! Niet te geloven, en wij maar klagen over pijntjes en stramme spieren…Want die begon ik inmiddels wel te krijgen. Na deze pukkels achter elkaar zit je gerust wel een tijdje stuk. Wat volgt is een wisselend gebied. Het enige waar je je nog op focust is De Muur van Geraardsbergen( van 33-101 m hoogte- 825 m asfalt en kassei-max stijging 20 %). Deze ongenadige pukkel ligt op 124 km. Dus je moet je voor die tijd rustig houden.

Geraardsbergen. Het lijkt een industriestadje met gewone winkelstraatjes. Daat fiets je doorheen. Je frommelt wat aan de versnellingen. Opeens draai je linksaf de Abdijstraat in. Meteen al ging het mis. De versnelling blokkeerde omdat ik voor op de '30' stond en achter op de '13': de ketting stond 'diagonaal'! Snel weer omdraaien, het ging nog maar net goed. Versnelling goed gezet en weer opnieuw beginnen. De groep was ik kwijt. Om de hoek verdwenen uit het zicht. Meteen 18 % omhoog, nog wel asfalt. Dan opeens een draai naar rechts en dan begint de Kapelmuur. Dit is met geen pen te beschrijven. Links en rechts willekeurig neergekwakte kasseien. En dat 20 % omhoog…Alles piept en kraakt. Weer anticiperen op de hobbels. Dit stuk zie je nooit op TV,want het is helemaal dichtgegroeid met bomen.En mos op de kasseien. Opeens ook een gat van 1m2 in de kasseienstrook. Hebben ze gewoon weggehaald.Waarschijnlijk wel souvenirjagers. Supporters of volgers.Want om zo'n kassei in je zadeltasje mee te nemen zal echt niet meevallen! Maar ik keek 'van Petegem' in de rug dat geeft moraal. Het laatste stuk even doorbijten. Eindelijk boven!

Op het plateau bij een gezellige controle en een mooi uitzicht. Lekker zonnetje : 20 graden. Mochten we cola bijtanken. Extra bidonnen. Nog even wat zwartrijders voor de gek gezet. Nu ging ik op eigen tempo verder. Even een plaspauze tussen de koren velden. In de verte ontwaarde ik 2 stipjes. Jongens uit Roden(Groningen). De een kon ik wel bijhouden. De ander was een ex-amateur. Klom net iets te snel. ''Hij gaat mij te hard'',zei ik. '' Mij eigenlijk ook'' zei de andere bezwete Groninger. Leuk om zo te fietsen als twee maatjes. Na de Valkenberg en de Leberg (km.149-van 60-99m. hoogte-700m asfalt-max stijging 16%) reden we het dorpje St. Kornelis-Herebeke binnen. De ex-amateur zei eigenlijk niet veel. Maar als de voorrijder zág hij ook niet zoveel! Opeens vol op de remmen bij een kruising. Ik tipte zijn achterwiel aan. Stond bijna stil, en bam! Daar lag ik. Met mijn elleboog en dijbeen kon ik de val breken. Alleen een paar schrammetjes. Maar je schrikt er wel van. Dit was dus; 'Belgisch vallen'…Mazzel, geen materiaalpech ook. Minpuntje hier is de op het wegdek geschilderde blauwe pijlen. Deze mis je onherroepelijk bij een afdaling of als het nat is! Goed opletten dus!

Verder zwoegen naar de Molenberg(km 155 van 40-60 m hoogte- 325. max stijging 17 %), nog 'effe' afzien. Bij de volgende controle op 165 km. Bij Semmerzake zag ik de 'Snor' en 'Van Petegem, weer. Ik reed weer met ze mee, met ZW wind 6 schuin in de rug. De “Snor' gaf hier pas echt gas, met 34 km/u. Dit kon de zware 'Van Petegem' wel volgen. Maar ik niet! Ik voelde mijn spieren stram worden. Met 29 km/u lekker in eigen tempo verder.

"Gatverpillekes!"

Voor die tijd nog wel gelachen want we zaten opeens midden in een Belgische Kermiskoers. Eerst blauwe zwaailichten en nerveus seinende auto's. Vervolgens een ontsnapte coureur. Een Belg met een rood aangelopen gezicht, en een snor van een halve meter. Zijn te dikke knietjes te veel naar buiten. Achter hem aan een hele horde jagende coureurs. Het peloton. Lang en mager, kort en dik, klein en gedrongen. Alles wat beweegt fietst in België. Ondertussen schelden en tieren naar de Hollandse domkoppen, wij waren immers de tegenliggers! “Nondeju! Gatverpillekes, ga dan toch opzij!”, en meer van dat soort teksten. Nog net op tijd doken we de berm in!

Na 200 km vlak voor Adegem opeens gitzwarte wolken. Je zal het toch beleven. De hele dag mooi weer. Toch maar tempo draaien, je moet wel! Bij Maldegem spoelde het van de lucht, en zo heb iki nog 3 kwartier in de stromende regen gereden. Dat was een leuk toetje toe. Om 17.00 uur kwam eindelijk het finishdoek van cafe De Tol in zicht. Dat werd tijd want mijn knieën begonnen  blauw aan te lopen. In een tijd van…. Gemiddelde etc. Mijn 1e Klassiekerbrevetrit zat erop! s' Avonds 4 verschillende biersoorten geproefd Grimbergen , Hoegaardens's Wit en een Palm. Dat noemen ze geen glazen, maar bokalen! Dat had ik mijzelf beloofd als premie. Al met al een schitterende ervaring met leuke contacten en goede organisatie.