De steentjes voor Café-Restaurant “De Tol” in het Vlaamse
Middelburg glanzen nog van de regen die gevallen is. Het is
intussen droog, maar donkere wolken lijken niet veel goeds
in de zin te hebben voor de organisatoren en –vooral- de
deelnemers aan de 3-Vlaanderen Classic.
Het is rustig rond “De Tol”. Te rustig. Parkeerwachters
schijnen verlangend uit te kijken naar auto’s die renners
aanbrengen. Het is vandaag Ronde van Vlaanderen-dag. Altijd
een grote happening én uitdaging voor het bestuur van “De
Wielertoerist” die de organisatie van zo’n tocht aandurft,
en van de renners. In een stationcar zit een man half
opgevouwen zijn coureurs-outfit aan te wurmen. Van bij
Antwerpen komt hij en het is de eerste keer dat hij mee gaat
doen. Het terrein rond de startplaats is afgezet en
beveiligd met dranghekken. Jacq Paridaen regelt het
spaarzame verkeer, de paraplu bij de hand.
Binnen is het al even stil. Een enkele renner schrijft zich
in. Clement Bonte en Rinus de Moor zitten wat gelaten achter
de inschrijftafel. Er zijn nu zo’n zeventig mensen
vertrokken, vertellen ze. Een veertigtal is rond zeven uur
op de fiets gestapt voor de tochten van 180 en 225
kilometer. De bekers voor de laureaten glanzen in het
lamplicht en het bescheiden daglicht dat voorzichtig een
poging waagt om door te breken. De parkeerwachter heeft
tijd over en laat zijn gezicht ook even zien.
En zo begint het lange wachten op betere tijden, op starters
voor een van de kortere tochten en -later- op de terugkomst
van de dapperen die de (langste) tochten hebben aangedurfd.
De kenners verwachten dat het zwaar zal zijn. Regenbuien,
tegenwind en de Vlaamse heuvels, waarvan er beslist geen
dertien in een dozijn zitten. Tot en met de beruchte Muur
van Geraardsbergen toe als keerpunt.
Daar komen ze voor, de dapperen, zeker op
een dag als vandaag. Van Groningen zijn ze gekomen, en uit
de buurt van Leiden. Het verhaal van twee van die “harde
kernen”is wel heel bijzonder. Ze kwamen van Enkhuizen. Om
middernacht waren ze hierheen vertrokken en rond vier uur in
de morgen arriveerden ze hier aan de grens. Om zeven uur
stapten ze op de fiets voor hun tocht. Maar om kwart voor
acht waren ze alweer terug op hun startplek. Moe, blauw en
verkleumd van de kou.
Bewonderenswaardig is het verhaal van die man uit Kleit,
Remy Bauwens. Een goede bekende in de wielerwereld. Hij is
als fietser bijzonder gehandicapt, want hij heeft een been
verloren. Een prothese, een aangepaste fiets en bergen
wilskracht zorgen ervoor dat hij toch de Ronde doet. Samen
met zijn onafscheidelijke kameraad en helper Achiel Wille.
Bij het eerste licht zijn zij vertrokken en volgens
verwachting zullen ze ’s avonds heel laat aankomen.
Rond kwart voor negen start een ploeg renners uit Hoogmade
(bij Leiden) voor hun tocht. Zes mannen en één vrouw. Een
van hen moet nog naar een trouwfeest. Zodoende doen ze
“maar” de 180 kilometer. De bewolking breekt nog meer. Er is
zelfs blauwe lucht te zien. Een vrouw uit de buurt van
Bentille verwacht wellicht hoogwater op haar weg: ze heeft
haar laarzen aangetrokken.
De balans
Zaterdag,
15.00 uur
Rond drie uur in de middag kan de balans gedeeltelijk worden
opgemaakt. In totaal zijn zijn er 174 dapperen vertrokken:
108 voor de kortere afstanden en 66 voor de langste
trajecten. Voorzitter Guido Paridaen is –gezien de
omstandigheden- toch een redelijk tevreden man. Vergeleken
met andere jaren is het een mager jaar, wat de deelname
betreft. Zeg nou zelf : vorig jaar deden meer dan 600
liefhebbers mee.
De Nederlandse Hartstichting krijgt namens De Wielertoerist
een cheque van
€
150,- aangeboden.
Tegelijk met de joyeuze entree van de Aardenburgse Blaosuul’n
komt de eerste lange-afstandrijder zich om twee minuten voor
vier afmelden. Peter Vriens is het, uit het Belgische
Westkerke. Hij vertelt dat hij om kwart over zeven die
morgen vertrokken is. Wind en veel regenbuien maakten het
tot een zware tocht, die hij in zijn eentje heeft volbracht.
“In de terugtocht heb ik wel wat windvoordeel gehad, maar de
wind was weer een beetje gedraaid. Ik heb de Ronde ven
Vlaanderen al verschillende jaren gereden, maar dan vanuit
Brugge.
Daar komt veel volk op af en dan moet je tussen de mensen
door en ge kunt dan geen tempo rijden. Maar dit is een mooie
tocht en rustiger”. Die opmerking is ook te horen bij andere
deelnemers.
Intussen is Rosa Piessens gehuldigd. Zij is de oudste
vrouwelijke deelneemster (geboren in 1939) en doet al voor
de derde keer mee. Ze reed de 30-kilometertocht en is maar
wat trots op de beker die ze van Guido Paridaen kreeg.
Terwijl de boerenkapel geregeld haar nummertjes doet,
druppelen ook deelnemers van andere afstanden binnen. Rond
half zeven arriveren de renners uit Hoogmade. Samen vormen
ze de grootste deelnemende ploeg. Esther Mullaert van de
Rabobank reikt hen daarvoor de beker uit.
Om 23.00 laten de doorzetters Remy Bauwens en zijn
onafscheidelijke maat Achiel Wille weten dat ze in Zomergem
zijn en vragen op hen te wachten……...
Om kwart over twaalf bereiken ze Kleit……
Pet af
voor de club
Als je de organisatie van dit evenement overdenkt, krijg je
zonder meer bewondering voor de club die dit aandurft. Het
uitzetten van de routes, controleposten bemannen,
veiligheidsmaatregelen nemen, formaliteiten verzorgen,
sponsoren zoeken, hand- en spandiensten verrichten,
administratie verwerken en wat al niet meer. Het kost een
hoop tijd en mankracht. En die organisatie staat als een
huis. Alleen het weer kunnen ze nog niet regelen. Ervaring
hebben de mensen van Paridaen genoeg: het was de negentiende
keer dat de 3-Vlaanderen Classic gehouden werd.
Geen wonder dat zowel de Nederlandse als de Belgische
wielerbonden de toerversie van deze klassieker opnamen in
hun rittenkalender.
Volgend jaar dus de twintigste editie, een jubileum. |