![]() |
![]() ![]() |
||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||
![]()
Paus Pius XII wijdde deze kapel ooit
aan de beschermheilige van de fietsers. Binnen bevindt zich de
wielerhistorie die sprakeloos maakt: wielertruien en foto's van
legenden, de fietsen van Moser, Coppi, Bartali en de
verongelukte Casartelli.Op de parkeerplaats staat de bus van
Hans en Roel. Daar zit ook Klaas Aaij. Steenkapot, klaar om te
worden bijgezet bij de relikwieën van Coppi en Bartali. Maar de
Spanbroeker herstelt opmerkelijk snel en heeft na een kwartier
weer het hoogste woord.
Wat een pokkebult, verzucht Rob
van Zetten. Het tempo is niet snel genoeg om de vliegen voor
te blijven die het op hem hebben voorzien. Rob had zich even
daarvoor namelijk in zijn bidonnen vergist en per abuis de
bidon met isostar ter verfrissing over zich uitgegoten in
plaats van de bidon water.
Jaap en Rob bereiken het hotel vervolgens na een lange afdaling, maar van de 79 deelnemers zijn er dertien min of meer opgestapt. Voor hen bleek de 235 kilometer, de 4300 hoogtemeters en de hitte toch iets teveel gevraagd. Na de derde controle, op 205 kilometer, begon de apotheose van de dag. De elf kilometer lange beklimming naar Miragolo San Marco met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,4 procent. Jaap Buter komt in een goed ritme, maar wordt al snel voorbij gefladderd door Sjaak Kok die met een machtige 'coupe de pédale' omhoog danst.
|
Walibi
De afdaling is spectaculair. Daar kan geen Walibi of Efteling tegenop! Pompend remmen, haarspeldbochten, open gaten in de vangrail. Hier knalt Bertus Wesselink tegen de grond na een klapband. Met twee gebroken ribben en wat schaafwonden komt
hij er nog genadig van af. Hij moet opgeven
en via het hospitaal terug naar huis. Jaap rijdt ondertussen met 70, 75
kilometer per uur naar beneden. Opeens rijft hij over wat plakkaten
asfalt en verdwijnt zijn pas gevulde bidon in het ravijn. Hij zit nu
vrijwel zonder water en schiet van een jubelstemming in de mineur.
De route is hier iets vlakker, maar af en toe knikt de weg toch wel een procent of 10 omhoog en gelukkig ook weer omlaag. Door de warmte maakt Rob van Zetten nog even een extra stop om bij te tanken, want na 140 kilometer was de tweede post boven op de top van de 'Madonna Del Ghisallo'. Gesel Gods De beklimming van de Madonna del Ghisallo met hele lange stukken van 14 procent naar een hoogte van 750 meter is een ware gesel Gods. Zeker bij 36 graden. Het is dé doodsklap voor veel toerfietsers. Smeltend asfalt, terugschakelen en weer zitten, schakelen, dertig meter staan op de pedalen. Mond wijd open. Zadelpijn van het schurende transpiratievocht. Met 8 á 9 kilometer per uur kruip je verder. En eindelijk is daar het kapelletje!
|
||||||||||||||||