9 juni 2002. Ik kijk er jaren al
<niet> naar uit. Weet ook, dat als ik het Klassiekerbrevet
in ontvangst wil nemen, ik die smerige, vieze, hobbelige,
race-fiets pijnigende, Hel van het Noorden moet rijden. Of
te wel Parijs-Roubaix. En wie kent deze klassieker niet,
waarin je renners gemiddeld tien keer dood ziet gaan,
behalve als je sterk bent of Johan Museeuw bent. Ik zie hem
begin april dit jaar nog gaan, iedereen naar de 'keien'
jagend en met een gemiddelde van 43 km/u alleen en door
modder onherkenbaar, het stadion van Roubaix binnen reed……
Ik wist dus
al jaren wat me mogelijkerwijs te wachten stond staan. Nou
wordt deze klassieker, samen met het Klassieker-weekend eens
in de 2 jaar door Le Champion georganiseerd en waren dit de
enige 3 die ik voor het brevet moest hebben.
Mijn plan van vorig jaar wilde ik dit jaar herhalen, waarbij
ik al in de winter (Feb) op de hometrainer 's morgens vroeg
mijn conditie en kracht op pijl wilde brengen. Maar het
herstel van de “Hanepoot” operaties afgelopen winter, duurde
iets langer dan gepland en was het al Maart voordat ik voor
het eerst om 6 uur op de fiets zat. Met Sky Radio, Lance
Armstrong op de poster en de mooie Italiaanse modellen van
Pirelli om me heen hield ik het wel ruim anderhalve maand
vol en kwam 9 april voor het eerst buiten en… met physieke
voorsprong.
Vanaf toen
heb ik een schema gemaakt van trainingsritten en evenmenten,
deze bezocht en nu zo'n 1500km in de benen heb. Dat alles
leidde ertoe, dat ik begin juni met het juiste gevoel en
motivatie aan mijn Parijs-Roubaix kon gaan denken. En na
mijn succesvolle Elfstedentocht had ik er verdraaid nog zin
in gekregen ook!
Zaterdag 8
juni, samen met nog 128 mafkezen in drie bussen afgereisd
naar Compiègne. (100 km boven Parijs!?) Ruim 3 uur file voor
Gorinchem gehad, waar men het leuk vond om onaan-gekondigd
midden op zaterdag nood-vangrails te gaan plaatsen en
daardoor de A27 'gewoon' af te zetten…dus een lunch om 16
ipv. 13 uur. Fijn begin! Dan 's avonds op franse tijd het
diner, waar Jan Calis (organisator Champion) nog had aange-
drongen op kolydraadrijke pastamaaltijden en we dus 'gewoon'
een bolletje bami bij de franse gerechten kregen. Al met al
niet de juiste voorbereiding. Nou heb ik een beetje ervaring
opgedaan en neem uit voorzorg altijd een tas met drinken,
bolletjes-kaas, krentebollen, yoghurts, borrelnoten en
engelse drop mee, dus mij hadden ze niet!
Dan gaat
natuurlijk iedereen om tien uur naar bed, zodat je lekker
snel aan de beurt bent aan de bar, waar nog een handje vol
die-hards aanwezig is en blijft. Na het geschatte
vocht-tekort van de volgende dag veiliggesteld te hebben,
duik ook ik met de TV aan, in de koffer. Slaapmaat Ronald
had er al een uurtje opzitten en had de kamer al netjes
opgeruimd.
Na
drie-en-half uur gaat de wekker al en is het tijd voor
ontbijt om …… half-vier. Wel eens gedaan? Ik niet en ik kan
je zeggen dat je alleen brood etc door je keel kunt krijgen,
als je er een ferme slok sterke koffie achteraan gooit. Weer
bracht eigen rantsoen uitkomst, want de franse bakker had
zich verslapen… Wel nu spagetti-bolognaise!?! Iets wat
tijdens het diner niet te krijgen was, stond nu om 4 uur
klaar in vijf grote pannen! Mooi toch, die supermarkten die
24 uur open zijn…of kun je het ook in de Discothec kopen?
Enfin, exact
vijf uur in de bus (met fietsaanhanger; mooi systeem, mits
ervaren chauffeur ze erin hangt... hé Kees). We hoefden maar
een kwartier te rijden naar de startplaats maar onze
chauffeur deed daar ruim een half uur over!?
Valt ook niet mee zo 's morgens vroeg, die borden naar de
start te volgen… Dus wij konden met goed gevulde buik om 6
uur exact vertrekken voor 'onze' Parijs - Roubaix.
Ik reed met
een drie-tal jongens, Ronald, Ed en Henk die ik vorig jaar
tijdens de Klassiekerweek had leren kennen, aangevuld met
Kees Stam (de ATB-rijder uit Everdingen), zijn maat Harry
Dijk (voormalig, 68-jarige(!) fietsenmaker uit Vianen) en
Lance Armstrong (die zieke uit de bus, die nog naar deze
naam luisterde ook). Een prima clubje die lekker met elkaar,
gelijk tempo houdend en elkaar adviserend de route aanging.
De eerste 100
km (90 tot 1e v/d 7 controleposten) gaan glooiend op en neer
op goed asfalt. Halverwege een 'omleiding' want moet je nou
wel of niet over een opgebroken spoorlijn waarvan de weg er
naar toe lijkt afgesloten. Geen andere pijlen op de weg, dus
maar wel doen. Dit bleek een goede keuze, want de anderen
hadden ruim 10 km meer op de teller! Bij die eerste
controlepost, hadden we een gem. van 32 en was exact onze
aangehouden snelheid; hoezo strak tempo?
Je kon hier
van alles krijgen; koffie, koek, chocolade,limonade alles
ruim voldoende. Iets minder voldoende was de aanwezig- heid
van wc's en stond na mijn bezoek een rij van zo'n 10 hoog
nodigen. Jammer voor hen, maar ik moest het even kwijt…
Daarna op
naar de eerste Kasseistrook ook 'rammelstroken' genaamd. Ik
had op de van uitstekende informatie voorziene controlekaart
gezien dat deze 'maar' 2200 mtr lang was. Niet wist ik dat
ze bijzonder slecht van onderhoud waren, ze omhoog en dus
ook naar beneden konden lopen, er bochten in zaten en ze
uiterste slecht voor je handen, kont én fiets zijn! Tjonge,
jonge! Bij deze eerste strook kneep ik in de remmen bij het
aanzien van dit oud-Romijns plavijsel, waar Astrix en Oblix
vast en zeker kuiltje knikkerden! Anderen, vast arvaren
PR-rijders, gaven vol gas en stuitten om me heen; links en
rechts inhalend. Ok, de volgende zal ik ook eens anders
doen…
Nou, ik
hoefde niet lang te wachten, want na een paar meter 'zacht
asfalt' bood er weer zo'n kl..enstrook zich aan:VOL gas! Dat
ging een stuk beter, maar wist ik nog niet of zulke
aanslagen je fiets zouden goed doen. Ik reed dus op de
carbon Koga Miyata Full Pro-M met lage FIR velgen en 25'
Schwalbe banden. Achteraf en dat is makkelijk praten, was
dit een uit- stekende combinatie: NIETS kapot en heerlijk
gereden!
Och, je kijkt
zo uit naar een zwart asfalt wegje die zich nu nog maar
zelden aanbiedt. De ene Kassei-strook na de andere wordt
overleefd. Deze variëren van 400 tot 3700 meter en op het
eind heb je er drie direct achter elkaar: ruim 5 km!!! Dan
heb je al wel het Bos van Wallers gehad, die we gelukkig
naar beneden en met wind in de rug mochten nemen en er
halverwege een mooie foto werd genomen. (bij finish al
klaar!) |
Museeuw daar begin dit jaar
binnen reed, maar de sfeer hangt daar echt. Ook in de 'open' douches, na de
foto op de finish lijn, ruik je de modder en zie je die vermoeide renners.
Daarna lekker ontspannen op het grasveld. Ieder heeft zijn eigen verhaal in
het Nederlands, Vlaams, Frans, Italiaans, Spaans, Zwitsers, Duits of
Oostenrijks. Want internationaal is dit evenement wel met dit jaar een grote
deelname van ruim 1700 personen. Ook stond een vroegere, oude franse winnaar
zijn verhaal van 1956 te doen, getooid in de kleding van die tijd, banden
kruislings om de nek en met de strijdros van weleer aan de hand: een Peugeot
met houten velgen en 1 voorrem op de band en 2 versn.; wiel opdraaien!
Schitterend.
Minder schitterend was het
niet reserveren van de befaamde Kassei+voetstuk, het wachten op de laatste
deelnemer die vóór 19:30 binnen moest zijn, waardoor de bus een half later
dan gepland vertrok. De terugreis verliep voorspoedig en Gerrit wist nu
zelfs verloren tijd goed te maken. Carla, onze reisleidster (ook al bijna 20
uur aan het werk; incl. bezem- wagen) babbelde de boel leuk aan elkaar en
bedankte een ieder voor positieve inbreng.
Bij motel van der Valk was de
familie hereniging gebruikelijk en mocht een ieder huiswaarts. Een paar een
illusie armer (door pech of conditie niet gehaald) maar verreweg de meeste
een ervaring rijker en weer een overwinning op jezelf! Op naar volgende
uitdaging. Dit jaar geen andere TC-ers gezien.
|