wielerklassieker verslag
Parijs - Roubaix, 267 km |  Jaap Buter |
  |  publ. 1 dec 2005  |

13 juni 2004. Deze Parijs-Roubaix zou de grootste uitdaging in mijn nog korte bestaan als toerfietser worden. In vroeger jaren op redelijk niveau gevoetbald bij vv Hollandia T. uit Tuitjenhorn en in de zaal bij FC Pandora. Afbouwen met schaatsen(de NH-tocht van 200 km in 1997) , en skeeleren in 2000 in de marathon van Rotterdam. Twee jaar geleden begonnen met toerfietsen en de LBL van 2002 was mijn eerste klassieker. Nu, op 48 jarige leeftijd volgt mijn eerste Parijs-Roubaix. Tijdens deze reeks van klassiekers voor het brevet moet ik telkens denken aan mijn eigen uitspraak: “Een voetballer zal nooit een echte wielrenner worden!”
 

Maar mijn sportverleden helpt me echt wel met het voorbereiden, het concentreren en focussen op dergelijke monsterritten als bijvoorbeeld Parijs-Roubaix. Je leert je eigen mogelijkheden en limieten kennen. De krachten en energie zorgvuldig over de dag te verdelen. En, niet onbelangrijk: contacten en “vrienden” te maken in het peloton. Je leert mee te rijden met mensen, -jong en oud- kort of lang, van je eigen fietsniveau. Daar krijg je wel een “neusie” voor!

Dan Parijs-Roubaix 2004. De busrit deed denken aan mijn eerste schoolreisje. Met Albert Huitema(59) uit Sneek als gesprekspartner vloog de reis voorbij. Albert had hem al een keer gereden. En naar eigen tevredenheid. “Kom maar op met die kasseien”, had ie in zichzelf gemompeld. In het Mercure Hotel in Compiegne was mijn slapie Ronald Steltenpool, die al veel ervaring had met de klassiekers en ook de Honderd Cols gereden had. Ook nog gesproken met 'Mister Brevet' himself: Cees Ris(74) uit Erica. Deze aimabele man blijft toch een fenomeen binnen de toerfietsers. Hij had nog goede tips, waaronder een zeker sluipweggetje naast het Bos van Wallers…

Om 03.30 uur ging de wekker, na een luidruchtige Franse bruiloft in het hotel toch redelijk geslapen.. Natuurlijk is het 's ochtends bij het ontbijt in het hotel een gedrang van jewelste. Je kan maar beter rustig blijven. Met de bus naar de start in Cambronne-les Ribecourt, waar we om 05.40 uur in een peloton van zo'n 300 man van start gingen. Dat is prachtig mooi. In de zuiging van het peloton ging het met 30 km gemiddeld naar het noorden.

Extra schuimrubber op het stuur. De bandjes van 25 mm gevuld met een druk van 7 Bar. Temperatuur een graad of 14.  Een stevige windkracht noordwest 5 zorgde ervoor dat er waaiers ontstonden. Het kaf werd van het koren gescheiden. Iedereen wilde uit de wind aan de rechterkant rijden! Groepjes Italianen zorgden voor veel hilariteit. Ze communiceren met luide kreten. Hun manier van  kris-kras rijden zorgt wel voor een bepaalde onrust. Ook Basken, Catalanen en Zweden gezien in het peloton.

Opeens vol in de remmen bij het dorpje Essigny. Mijn achterwiel slipte. Het ging maar net goed. Ze stoppen voorin het peloton, dan ineens wel-dan ineens niet, voor het stoplicht. Opletten geblazen! Bij de 1e controle in Bohain zag ik mijn vroegere maatje van de Omloop Het Volk, Marien Vermisse(50) uit  Vlaardingen weer. Met zijn rood wit blauwe “Ride for the Roses”-shirt goed herkenbaar. Samen doken we de eerste kasseistrook nr 24 van Pave de Troisvilles(2200 m) op. Deze is beoordeeld met 3 sterren(***), dit had ik opgenomen van de profkoers in april 2004. Je weet natuurlijk wat er gaat komen, door eerdere ervaringen in Vlaanderen en bij De Omloop al wat wijzer geworden. Ook had ik getraind op de Munnickenweg(1000 m. originele kasseien) bij Alkmaar en op de Zuiderkwelweg bij Medemblik.

Maar dit is andere koek in Troisvilles! Vooral door de nog grote groep die nog bij elkaar zit  Een grote kakafonie van rammelende bidonnen, ratelende kettingen, trappers en zadeltasjes. Dan wilden vooral de  scheldende Italianen steeds maar weer passeren. Gewoon in het midden blijven rijden! Valpartij! Neerkletterende bidonnen, voedingszakjes en stempelkaarten. Van alles kom je tegen onderweg. Na de eerste strook lijkt het net of je een klap met de voorhamer op je hoofd hebt gehad. Je blijft nog even natrillen!

Bij de zware 4 sterren strook nr 22 Pave de Quievy(****-3700m), na 105 km, kwam ik in de problemen door geweldige steken in de rechterkant van mijn maag. Was het water of verkeerd voedsel? Ik was blij dat het na een klein uurtje verdween. Ik kon amper normaal ademhalen. Om over het verzet maar te zwijgen. Zo groot mogelijk rijden was het advies. Mijn favoriet met windkracht 5 tegen op de meeste stroken was: 42/16.

Na een plaspauze raakte ik maatje Marien kwijt. Ik kon wel aansluiten bij een leuk gezellig groepje renners met een mooi tempo: De Fiets Tour Club uit Emmen. In de Omloop het Volk ben ik nog een tijdje opgereden met hun clubcollega Onno van de Witte uit Emmen. Stomtoevallig, maar zij wilden de groeten wel overbrengen aan Onno.  Samen met fietsclub Avanti uit Zoetermeer bepaalden zij voor lange tijd het tempo.
Op Pave de Maing(***-2500 m.), deze strook loopt licht omhoog, donderde mijn eigen bidon op de kasseien. Snel met elastiek vastgemaakt. Ook wilde mijn rechterschoen niet meer uit de trapper. Gewoon vastgetrild! Na de finish bleek ook dat mijn zadelpen 3 cm was ingezakt door het bonken en trillen. Niets van gemerkt!

Vervolgens de controle in Raismes, een soort klooster buiten functie. Prachtige locatie. Ondanks de waarschuwing van de leiding was er de hele dag heel veel eten en drinken. Over de Fransen zelf, en in het verkeer niets dan goeds! Vaak kregen we voorrang, of goede service bij de stempelposten. Vooral toen we Roubaix naderden ook steeds meer publiek en applaus langs de kasseistroken!

We maakten ons op voor een van de meest gevreesde stroken Van Parijs-Roubaix: Strook nr 16, de Tranche d' Arrenberg(*****-2400 m.). Beter bekend als het Bos van Wallers…Er hangt nog een spandoek: “Bienvenue a Wallers”, vrij vertaald als “Welkom in de Hel!”. Bij het inrijden van het Bos krijg je al een geweldige stoot adrenaline door je lijf. Maar dit sloeg wel alles. Hier is Napoleon nog met hobbelende paardenkarren vol wapentuig overheen geweest, op weg naar zijn Waterloo. De op een hoop gegooide kasseien liggen kris-kras over  het pad verspreid. Hier vallen motoren, botste Eddy Merckx tegen een boom in 1972, en raakte Johan Museeuw in 1999 bijna een been kwijt bij een val op deze met mos begroeide kasseienstrook.

Van onze groep ging bijna iedereen over het sluipweggetje naast de strook Van Wallers. Evert Jongman van de Fiets Tour Club uit Emmen gaf echter het goede voorbeeld.Vergezeld van enige Drentse vloek en krachttermen ging hij wel over de kasseien. “Stelletje watjes!” , en nog meer fraais galmde door het donkere Bos. Ik dacht: die man heeft gelijk, en samen hebben we de originele kasseienstrook uitgereden. Maar wat was ie zwaar!  Je hebt ook al 160 km achter de kiezen. Je begint op het laatst te verzuren.. Je handen en polsen tintelen, en je hebt geen kont meer over. Wel een enorme voldoening dat je eroverheen bent geweest! Evert en ik gaven elkaar een welgemeende klap op de schouders! Een half uur later herstelde ik pas enigszins van deze zware beproeving…

Het weer bleef redelijk, al kwamen er steeds meer donkere wolken. De wind bleef wel de hele dag tegen: NW 5. Bij Pave de Hornaing(***-3700m) kregen we visite van een enorme krachtpatser. Een jongen gekleed zoals de winnaar van Parijs-Roubaix 2004: de Zweed Magnus Backstedt. In een smetteloos Allessio outfit en originele Bianchi racefiets maakte deze jongeling een geweldige smakker. Hij reed op het rechterbermpje en verloor zijn evenwicht. Met de benen omhoog en de fiets door de lucht duikelde hij-over de greppel- pardoes in het korenveld. Dat is wel het risico van op het zijkantje rijden! Evenals op te zachte banden rijden. Sommigen rossen keihard over de kasseien, maar lopen met 5,5 Bar wel het risico van eerder lekrijden. Ik heb toch gekozen voor 7 Bar. Dan maar iets meer trillen…

De benen bleven wel vrij redelijk. Ik probeerde ook steeds weer met groepjes mee te “liften” , je moet jezelf niet kapot rijden. Zo maakten wij ons op voor de finale na de controle Aticches op 212 km. En dat is er echt een! Bij de pave Du pont Thibaut(***-1400m) kreeg ik gezelschap van 2 heren en een vrouw van de Velo Club de Roubaix Cyclo. In een rustig tempo, maar deze specialisten kon ik op de kasseien maar ternauwernood volgen. Bij Moulin de Vertain(***-500m) op de foto na 235 km. “Qu'elle l'heure est-il ?, vroeg ik in mijn boerenfrans. De besnorde monsieur wees me zijn klokje aan. 16.40 uur. Het ging steeds beter.

Je durft op het laatst wel door het puin aan de zijkanten, je raakt beter in je ritme, je denkt niet meer aan een lekke band. Achtereenvolgens Pave de Cysoing(****-1000m), loodzwaar, via Bourghelles naar de bekende afslag linksaf de Champin a Pevele op.(****-1800m), nog 5 stroken, maar dit is er een hoor. Heel bekend van de profwedstrijd op TV. Nu ook met de harde wind pal tegen en stofslierten slingerden achter de plukjes renners door de ware Hel van het Noorden. Meteen erachteraan de beruchte Carrefour de L' Arbre(*****-2100m). Vijf sterren! Hier had ik me heel goed op ingesteld. Niet te geloven. Je krijgt kippenvel van ontroering,…en van het afzien! Op dit stuk roste Peter van Petegem vorig jaar iedereen voorbij. De Fransen waar ik mee optrok van de Velo Club, stopten bij het bekende Cafe de L' Arbre in the middle of nowhere. Ik dacht om een controlestempel. Neen, ze gingen lekker een biertje drinken in hun clubhuis. Mij niet gezien. Hier ook veel publiek.
Nog 25 km afzien! Later  haalde ik op een stuk asfalt 2 mensen van Le Champion in. Lex Wisman(59) uit Obdam, en de Amsterdammer Evert van Ravensberg. Lex trok lekker door. Ik kon hem maar net volgen. Maar zijn maatje Evert moest afhaken. Wellicht was er toen al iets mis met zijn fiets. Later bleek dat zijn frame compleet doormidden gebroken was, op de Pave de Gruson(**-1100m). Na 255 km, 7 km voor de finish. Dat is ook Parijs-Roubaix.

Wonderbaarlijk genoeg ging het met mij redelijk. Op het speciaal aangelegde stuk kasseien van de pave Charles Crupelandt (*-300m), kwamen de emoties goed los. Laat staan op het binnenrijden van het beroemde Velodrome in Roubaix. Hier heel veel toeschouwers. Hier droom je toch van! Nog even hoog de baan op. En snel weer terug. Wat is ie steil! De handen omhoog bij de finish, dat was Parijs-Roubaix. Een 267 km lang gevecht van mens en materiaal, tegen weer en wind, kasseien, puin, kuilen en putten. Om 18.00 uur was ik terug. Alles was nog heel. Niet bij Cees van de Sande uit Alkmaar. Hij had een grote doorbloede schaafwond op zijn arm. “Ach, een valpartijtje,” zei Cees.
Snel een werkelijk ijskoude douche in de legendarische douchehal bij het stadion. Hier hebben ook Eddy Merckx en Roger de Vlaeminck zij aan zij gestaan. Bij de bus kregen we de felbegeerde kei uitgereikt door Jan Calis. Alles was perfect georganiseerd door de leiding van Le Champion.

Al met al had deze Parijs-Roubaix 2004 een verpletterende indruk op mij achtergelaten!