13 juni 2004. Deze
Parijs-Roubaix zou de grootste uitdaging in mijn nog korte
bestaan als toerfietser worden. In vroeger jaren op redelijk
niveau gevoetbald bij vv Hollandia T. uit Tuitjenhorn en in
de zaal bij FC Pandora. Afbouwen met schaatsen(de NH-tocht
van 200 km in 1997) , en skeeleren in 2000 in de marathon
van Rotterdam. Twee jaar geleden begonnen met toerfietsen en
de LBL van 2002 was mijn eerste klassieker. Nu, op 48 jarige
leeftijd volgt mijn eerste Parijs-Roubaix. Tijdens deze
reeks van klassiekers voor het brevet moet ik telkens denken
aan mijn eigen uitspraak: “Een voetballer zal nooit een
echte wielrenner worden!”
Maar mijn
sportverleden helpt me echt wel met het voorbereiden, het
concentreren en focussen op dergelijke monsterritten als
bijvoorbeeld Parijs-Roubaix. Je leert je eigen mogelijkheden
en limieten kennen. De krachten en energie zorgvuldig over
de dag te verdelen. En, niet onbelangrijk: contacten en
“vrienden” te maken in het peloton. Je leert mee te rijden
met mensen, -jong en oud- kort of lang, van je eigen
fietsniveau. Daar krijg je wel een “neusie” voor!
Dan Parijs-Roubaix 2004. De busrit deed denken aan mijn
eerste schoolreisje. Met Albert Huitema(59) uit Sneek als
gesprekspartner vloog de reis voorbij. Albert had hem al een
keer gereden. En naar eigen tevredenheid. “Kom maar op met
die kasseien”, had ie in zichzelf gemompeld. In het Mercure
Hotel in Compiegne was mijn slapie Ronald Steltenpool, die
al veel ervaring had met de klassiekers en ook de Honderd
Cols gereden had. Ook nog gesproken met 'Mister Brevet'
himself: Cees Ris(74) uit Erica. Deze aimabele man blijft
toch een fenomeen binnen de toerfietsers. Hij had nog goede
tips, waaronder een zeker sluipweggetje naast het Bos van
Wallers…
Om 03.30 uur ging de wekker, na een luidruchtige Franse
bruiloft in het hotel toch redelijk geslapen.. Natuurlijk is
het 's ochtends bij het ontbijt in het hotel een gedrang van
jewelste. Je kan maar beter rustig blijven. Met de bus naar
de start in Cambronne-les Ribecourt, waar we om 05.40 uur in
een peloton van zo'n 300 man van start gingen. Dat is
prachtig mooi. In de zuiging van het peloton ging het met 30
km gemiddeld naar het noorden.
Extra schuimrubber op het stuur. De bandjes van 25 mm gevuld
met een druk van 7 Bar. Temperatuur een graad of 14. Een
stevige windkracht noordwest 5 zorgde ervoor dat er waaiers
ontstonden. Het kaf werd van het koren gescheiden. Iedereen
wilde uit de wind aan de rechterkant rijden! Groepjes
Italianen zorgden voor veel hilariteit. Ze communiceren met
luide kreten. Hun manier van kris-kras rijden zorgt wel
voor een bepaalde onrust. Ook Basken, Catalanen en Zweden
gezien in het peloton.
Opeens vol in de remmen bij het dorpje Essigny. Mijn
achterwiel slipte. Het ging maar net goed. Ze stoppen voorin
het peloton, dan ineens wel-dan ineens niet, voor het
stoplicht. Opletten geblazen! Bij de 1e controle in Bohain
zag ik mijn vroegere maatje van de Omloop Het Volk, Marien
Vermisse(50) uit Vlaardingen weer. Met zijn rood wit blauwe
“Ride for the Roses”-shirt goed herkenbaar. Samen doken we
de eerste kasseistrook nr 24 van Pave de Troisvilles(2200 m)
op. Deze is beoordeeld met 3 sterren(***), dit had ik
opgenomen van de profkoers in april 2004. Je weet natuurlijk
wat er gaat komen, door eerdere ervaringen in Vlaanderen en
bij De Omloop al wat wijzer geworden. Ook had ik getraind op
de Munnickenweg(1000 m. originele kasseien) bij Alkmaar en
op de Zuiderkwelweg bij Medemblik.
Maar dit is andere koek in Troisvilles! Vooral door de nog
grote groep die nog bij elkaar zit Een grote kakafonie van
rammelende bidonnen, ratelende kettingen, trappers en
zadeltasjes. Dan wilden vooral de scheldende Italianen
steeds maar weer passeren. Gewoon in het midden blijven
rijden! Valpartij! Neerkletterende bidonnen, voedingszakjes
en stempelkaarten. Van alles kom je tegen onderweg. Na de
eerste strook lijkt het net of je een klap met de voorhamer
op je hoofd hebt gehad. Je blijft nog even natrillen!
Bij de zware 4 sterren strook nr 22 Pave de Quievy(****-3700m),
na 105 km, kwam ik in de problemen door geweldige steken in
de rechterkant van mijn maag. Was het water of verkeerd
voedsel? Ik was blij dat het na een klein uurtje verdween.
Ik kon amper normaal ademhalen. Om over het verzet maar te
zwijgen. Zo groot mogelijk rijden was het advies. Mijn
favoriet met windkracht 5 tegen op de meeste stroken was:
42/16.
Na een plaspauze raakte ik maatje Marien kwijt. Ik kon wel
aansluiten bij een leuk gezellig groepje renners met een
mooi tempo: De Fiets Tour Club uit Emmen. In de Omloop het
Volk ben ik nog een tijdje opgereden met hun clubcollega
Onno van de Witte uit Emmen. Stomtoevallig, maar zij wilden
de groeten wel overbrengen aan Onno. Samen met fietsclub
Avanti uit Zoetermeer bepaalden zij voor lange tijd het
tempo.
Op Pave de Maing(***-2500 m.), deze strook loopt licht
omhoog, donderde mijn eigen bidon op de kasseien. Snel met
elastiek vastgemaakt. Ook wilde mijn rechterschoen niet meer
uit de trapper. Gewoon vastgetrild! Na de finish bleek ook
dat mijn zadelpen 3 cm was ingezakt door het bonken en
trillen. Niets van gemerkt!
Vervolgens de controle in Raismes, een soort klooster buiten
functie. Prachtige locatie. Ondanks de waarschuwing van de
leiding was er de hele dag heel veel eten en drinken. Over
de Fransen zelf, en in het verkeer niets dan goeds! Vaak
kregen we voorrang, of goede service bij de stempelposten.
Vooral toen we Roubaix naderden ook steeds meer publiek en
applaus langs de kasseistroken!
We maakten ons op voor een van de meest gevreesde stroken
Van Parijs-Roubaix: Strook nr 16, de Tranche d'
Arrenberg(*****-2400 m.). Beter bekend als het Bos van
Wallers…Er hangt nog een spandoek: “Bienvenue a Wallers”,
vrij vertaald als “Welkom in de Hel!”. Bij het inrijden van
het Bos krijg je al een geweldige stoot adrenaline door je
lijf. Maar dit sloeg wel alles. Hier is Napoleon nog met
hobbelende paardenkarren vol wapentuig overheen geweest, op
weg naar zijn Waterloo. De op een hoop gegooide kasseien
liggen kris-kras over het pad verspreid. Hier vallen
motoren, botste Eddy Merckx tegen een boom in 1972, en
raakte Johan Museeuw in 1999 bijna een been kwijt bij een
val op deze met mos begroeide kasseienstrook.
Van onze groep ging bijna iedereen over het sluipweggetje
naast de strook Van Wallers. Evert Jongman van de Fiets Tour
Club uit Emmen gaf echter het goede voorbeeld.Vergezeld van
enige Drentse vloek en krachttermen ging hij wel over de
kasseien. “Stelletje watjes!” , en nog meer fraais galmde
door het donkere Bos. Ik dacht: die man heeft gelijk, en
samen hebben we de originele kasseienstrook uitgereden. Maar
wat was ie zwaar! Je hebt ook al 160 km achter de kiezen.
Je begint op het laatst te verzuren.. Je handen en polsen
tintelen, en je hebt geen kont meer over. Wel een enorme
voldoening dat je eroverheen bent geweest! Evert en ik gaven
elkaar een welgemeende klap op de schouders! Een half uur
later herstelde ik pas enigszins van deze zware beproeving…
Het weer bleef redelijk, al kwamen er steeds meer donkere
wolken. De wind bleef wel de hele dag tegen: NW 5. Bij Pave
de Hornaing(***-3700m) kregen we visite van een enorme
krachtpatser. Een jongen gekleed zoals de winnaar van
Parijs-Roubaix 2004: de Zweed Magnus Backstedt. In een
smetteloos Allessio outfit en originele Bianchi racefiets
maakte deze jongeling een geweldige smakker. Hij reed op het
rechterbermpje en verloor zijn evenwicht. Met de benen
omhoog en de fiets door de lucht duikelde hij-over de
greppel- pardoes in het korenveld. Dat is wel het risico van
op het zijkantje rijden! Evenals op te zachte banden rijden.
Sommigen rossen keihard over de kasseien, maar lopen met 5,5
Bar wel het risico van eerder lekrijden. Ik heb toch gekozen
voor 7 Bar. Dan maar iets meer trillen…
De benen bleven wel vrij redelijk. Ik probeerde ook steeds
weer met groepjes mee te “liften” , je moet jezelf niet
kapot rijden. Zo maakten wij ons op voor de finale na de
controle Aticches op 212 km. En dat is er echt een! Bij de
pave Du pont Thibaut(***-1400m) kreeg ik gezelschap van 2
heren en een vrouw van de Velo Club de Roubaix Cyclo. In een
rustig tempo, maar deze specialisten kon ik op de kasseien
maar ternauwernood volgen. Bij Moulin de Vertain(***-500m)
op de foto na 235 km. “Qu'elle l'heure est-il ?, vroeg ik in
mijn boerenfrans. De besnorde monsieur wees me zijn klokje
aan. 16.40 uur. Het ging steeds beter.
Je durft op het laatst wel door het puin aan de zijkanten,
je raakt beter in je ritme, je denkt niet meer aan een lekke
band. Achtereenvolgens Pave de Cysoing(****-1000m),
loodzwaar, via Bourghelles naar de bekende afslag linksaf de
Champin a Pevele op.(****-1800m), nog 5 stroken, maar dit is
er een hoor. Heel bekend van de profwedstrijd op TV. Nu ook
met de harde wind pal tegen en stofslierten slingerden
achter de plukjes renners door de ware Hel van het Noorden.
Meteen erachteraan de beruchte Carrefour de L' Arbre(*****-2100m).
Vijf sterren! Hier had ik me heel goed op ingesteld. Niet te
geloven. Je krijgt kippenvel van ontroering,…en van het
afzien! Op dit stuk roste Peter van Petegem vorig jaar
iedereen voorbij. De Fransen waar ik mee optrok van de Velo
Club, stopten bij het bekende Cafe de L' Arbre in the middle
of nowhere. Ik dacht om een controlestempel. Neen, ze gingen
lekker een biertje drinken in hun clubhuis. Mij niet gezien.
Hier ook veel publiek.
Nog 25 km afzien! Later haalde ik op een stuk asfalt 2
mensen van Le Champion in. Lex Wisman(59) uit Obdam, en de
Amsterdammer Evert van Ravensberg. Lex trok lekker door. Ik
kon hem maar net volgen. Maar zijn maatje Evert moest
afhaken. Wellicht was er toen al iets mis met zijn fiets.
Later bleek dat zijn frame compleet doormidden gebroken was,
op de Pave de Gruson(**-1100m). Na 255 km, 7 km voor de
finish. Dat is ook Parijs-Roubaix.
Wonderbaarlijk genoeg ging het met mij redelijk. Op het
speciaal aangelegde stuk kasseien van de pave Charles
Crupelandt (*-300m), kwamen de emoties goed los. Laat staan
op het binnenrijden van het beroemde Velodrome in Roubaix.
Hier heel veel toeschouwers. Hier droom je toch van! Nog
even hoog de baan op. En snel weer terug. Wat is ie steil!
De handen omhoog bij de finish, dat was Parijs-Roubaix. Een
267 km lang gevecht van mens en materiaal, tegen weer en
wind, kasseien, puin, kuilen en putten. Om 18.00 uur was ik
terug. Alles was nog heel. Niet bij Cees van de Sande uit
Alkmaar. Hij had een grote doorbloede schaafwond op zijn
arm. “Ach, een valpartijtje,” zei Cees.
Snel een werkelijk ijskoude douche in de legendarische
douchehal bij het stadion. Hier hebben ook Eddy Merckx en
Roger de Vlaeminck zij aan zij gestaan. Bij de bus kregen we
de felbegeerde kei uitgereikt door Jan Calis. Alles was
perfect georganiseerd door de leiding van Le Champion.
Al met al had deze Parijs-Roubaix 2004 een verpletterende
indruk op mij achtergelaten!
|