27 april
2002.
Vrijdagochtend
10.00 u. staat Jelmer voor de deur. Bij Laurens drinken we
nog even een bakje koffie en stappen iets voor elven in de
auto met als reisdoel Deinze (België). Tijdens de rit word
uiteraard gesproken over de trainingskilometers en het
verwachte weertype. Het blijkt dat we allen de Belgische
teletekst goed hebben bekeken. Wisselvallig weer, kans op
een bui en een stevige wind. Na een tussenstop komen we rond
16.00 u. aan bij ’de Ceder’ te Deinze.
Nadat de
kamers zijn ingedeeld voegt Marinus zich bij de groep.
Gezamenlijk bespreken we de komende tocht onder het genot
van een ‘sloeber’. De andere sportievelingen, Henk R., Jos
V., Ytzen, Bate en Durk arriveren rond 18.30 u. Jelmer had
vooraf een koolhydraatrijk maaltijd besteld, het deed ons
allen goed smaken. Na een goede nachtrust was het al snel
weer 6.00 u. Het tijdstip waarop we zouden vertrekken naar
Gent. Het werd ,door omstandigheden, iets later. Jelmer en
Laurens hadden vooraf gekozen voor de 165 km. De
trainingskilometers zullen ongetwijfeld hiermee te maken
hebben gehad.
Nadat we ons hadden ingeschreven bij de ‘WTC
Hijftespurters Lochristi’ vertrokken we met z’n zevenen voor
de 210 km. Het was koud, slechts 6° C. Wel prezen we ons
gelukkig dat het droog was. De eerste kilometers leidde ons
door het landschap van de Leie en de Schelde, eerst volledig
vlak. Naar gelang we zuidelijker trokken werd het landschap
steeds heuvelachtiger. De route was aangegeven met een gele
pijl op het wegdek. In het begin misten we regelmatig een
afslag. Marinus en ondergetekende lieten ons niet wijs
brengen door het hogere tempo van de anderen en besloten de
groep te laten gaan . In de volgende alinea staat het
parcours beschreven. Deze info heb ik overgenomen van de
site van de Belgische Wielertoeristen.
In deze aanloop is traditioneel de enige
echte opwinding de passage van de Huisepontweg in
Wannegem-Lede en op het einde de beklimming van de
Kluisberg, waar de eerste controlepost terug in de Toren is,
wat wil zeggen dat de Kluisberg tot op de eigenlijke top
wordt beklommen, het lastige maar mooie stuk in de bos
inbegrepen. Daarna gaat het verder doorheen de Vlaamse
Ardennen, de eerste kilometers na de Kluisberg is een van de
lastigste stukken van het parkoers, met de Cote de Trieu, de
Oude Kwaremont zeer kort na elkaar, gevolgd door enkele
minder gekende klimmetjes zoals de Kalkhoveberg en de
Hoogberg, waarna het terug verder gaat naar de Pottelberg,
kort ervoor gaat de 165 km reeds naar links richting
Eikenberg en de 210 km trekt na deze Pottelberg verder
richting Muur van Geraardsbergen, ook dit jaar niet gevolgd
door de beklimming van de Bosberg, maar via Schendelbeke
gaat het naar de tweede controlepost. Na deze stop zetten we
de trip verder en keren terug naar het Oudenaardse, er wordt
gefietst via Brakel en het korte en schilderachtige
klimmetje van de Toepkapel om even verder de Valkenberg aan
te pakken. Even verder pikt de 165 km weer in en zo trekken
deze twee tochten dan verder naar terug in een vrij zwaar
deel van het parkoers waar klimwerk en kasseistoempen elkaar
in een ongenadig tempo opvolgen. De eerste hindernis met
naam in dit gedeelte is de Eikenberg - langste kasseiklim
van het parkoers - gevolgd door de Wolvenberg. Enkele
kilometers verder komen de deelnemers aan het parkoers van
120 km aansluiten.
Samen duiken we met zijn allen het dorp van
Mater binnen om zo Brouwerij Roman te bereiken, waar net als
de vorige jaren dit helse stuk parkoers wordt onderbroken
door de volgende bevoorrading waar de deelnemers een gratis
drank krijgen aangeboden gesponsord door Romy Pils. Na deze
aangename verpozing volgt vrijwel dadelijk de doortocht door
de intussen volledig heraangelegde kasseistrook van de
Haaghoek met op het einde ervan de beklimming van de Leberg.
Intussen zijn wij in de Zwalmstreek aangekomen, maar daar is
het niet minder lastig, want het gaat nu in gestrekte draf
naar de Berendries, waarna nog de Molenberg volgt als
laatste officiële helling om dan van hier de "Hel van
Zottegem" in te duiken met de intussen wereldgekende
Paddestraat en bijna dadelijk erna de Lippenhovestraat,
terug van weggeweest na een volledige heraanleg, waarna het
terug naar Gent gaat via het Land van Rode. Na dit helse
fietswerk komen wij in Beerlegem aan de laatste
controlepost, en nadien zijn er nog 25, hoofdzakelijk vlakke
km naar de Watersportbaan. Het verschil tussen de twee
grootste ritten is dat de 165 km de lus afsnijdt rond
Geraardsbergen (met hierin o.a. de Pottelberg, de Muur, en
de Valkenberg) maar voor de rest zijn alle andere
ingrediënten aanwezig van een stevige rit.
Inderdaad
mag je spreken van een stevige rit. Een geseling voor het
lichaam, kasseien, hellingen en een harde wind. Vroeg in het
seizoen en zeer waarschijnlijk onvoldoende kilometers,
maakten deze tocht zwaar. Allemaal de tocht volbracht, ook
Marinus de schoonzoon van Edo, zijn eerste klassieker. De
vervanger van Edo, die helaas vanwege gezondheidsredenen
niet van de partij kon zijn. De kilometerstand was bij de
finish 228 km. Bij het afmelden kregen we een diploma en
als premium kon met een gsm standaard met inscriptie kopen.
Na een lekkere warme douche ‘s avonds naar de Chinees. Op
het menu stond onder andere ‘Peking eend’ en inktvis.
Volgens mij, gezien de hoeveelheid die overbleef, zal dit
menu bij menigeen thuis niet worden aanbevolen. Het was
alweer 23.40 u. voordat we bij ‘de Ceder’ aankwamen. De deur
was dicht en konden op geen enkele manier binnenkomen. Bij
menigeen spookte het door het hoofd dat wel eens de nacht in
de auto doorgebracht zou moeten worden.
Zelfs een
dappere poging door een openstaand raam te klimmen werd in
de kiem gesmoord toen een zeer waarschijnlijk oudere man
begon te roepen dat ze niet op het juiste adres waren.
Gelukkig bood, na wel 20 minuten, een kamersleutel de
oplossing. De deur ging open en iedereen zocht direct zijn
slaapplaats op. De volgende ochtend na het ontbijt
vertrokken we weer naar het hoge noorden. Het evenement was
geslaagd, goed georganiseerd, het weer was meegevallen.
Kortom een goed fietsweekend gehad!
Een
aanbeveling.
|