wielerklassieker verslag
Omloop Het Volk, 210 kilometer |  Maarten Rood |
De Vlaamse Ardennen in de regen |  publ. 7 dec 2005  |

 

26 april 2003. Het zou dus een makkie moeten worden. Samen met m'n fietsvriend Marc ga ik naar Gent. Voor ons beide is de Omloop een parcours die ons ligt. Korte venijnige beklimmingen in een glooiend parcours met enkele kasseistroken. Op papier is deze klassieker één van de makkelijkste van de serie voor het Klassiekerbrevet. Er kwam een verassing uit onverwachte hoek.

De toerversie van de profwedstrijd wordt voor de 16de keer georganiseerd door W.T.C. Hijftespurters. Vanuit Gent wordt een vlakke aanloop genomen naar het zuiden, het gebied van de Vlaamse Ardennen en Zwalmstreek. Na het passeren van enkele kasseistroken volgt na 50 kilometer de eerste van de dertien beklimmingen. Enkele kuitenbijters zoals de Kluisberg, Côte de Trieu, Oude Kwaremont, de Muur van Geraardsbergen vormen de zwaartepunten. De laatste 50 kilometer is weer vlak. Inclusief de dertien kasseistroken zijn dat de hindernissen die genomen moeten worden. Na 210 kilometer is het parcours terug bij af.
 

Een vrolijke lichte fietsdag

Na drie weken keer ik terug naar de Vlaamse Ardennen. De Ronde van Vlaanderen is zwaar geweest. Het behalen van deze zware klassieker in het prille voorseizoen heeft me de weken daarna een licht euforische stemming gegeven. Nu, net voor de start van Omloop Het Volk zit ik vol moraal. De tussenliggende weken zijn de fietsactiviteiten rustig geweest. Daarmee is er voldoende tijd geweest voor herstel en me mentaal voor te bereiden voor de Omloop. Hoe langer ik er over nadenk, des te meer ik er van uit ga dat de komende Omloop slechts een formaliteit wordt binnen de reeks van klassiekers. Via het internet heb ik het parcours met al haar klimmen en kasseistroken kunnen terugvinden en bestudeerd. Het zware gedeelte van het parcours gaat immers door de Vlaamse Ardennen met een aantal gelijke beklimmingen als bij de Ronde van Vlaanderen. Vergeleken met De Ronde heeft De Omloop heeft minder beklimmingen en deze zijn ook nog eens in het midden van het parcours. Het aantal kilometers van de Omloop is daarnaast ook nog eens 60 minder. Opgeteld zie ik een vrolijke lichte fietsdag voor me, waarbij ik vrijuit de klimmetjes kan nemen en misschien wel stukken volle bak kan rijden.



Vanuit vertrek vormt zich een pelotonnetje van Belgen en Nederlanders. Via de buitenwijken van Gent wordt koers gezet naar het zuiden. De Belgen nemen de eerste kilometers de leiding. Door een correcte handhaving van de verkeersregels blijven we op het slechte fietspad rijden. De verkeersregels tellen voor hen zwaarder dan het mooie strakke asfaltweg wat naast het fietspad ligt. Kuilen en wortels in de weg kenmerken daarmee het begin van de Omloop. De organisatie heeft alle kasseistroken in het parcours overzichtelijk opgenomen. Daarmee komen we al na enkele kilometers de eerste van de twaalf stroken tegen. De Lauwstraat in St Denijs Westrem, ten zuiden van Gent. Op het midden van de weg zijn de enkele kasseien te vinden en voor slechts 150 meter waar we over de resterende stroken asfalt volle bak kunnen rijden. De eerstvolgende kilometers is het veel draaien en keren. Er vallen gaten in de groep die wel gedicht worden maar mijn plaats achter in de groep kost me daardoor extra krachten.

Als één van de Nederlanders een lekke band krijgt valt de groep definitief uit elkaar. Marc wil het tempo vasthouden en rijdt alleen door. Ik voel dat ik m'n dag niet heb en heb de voorkeur om even te wachten op een groepje om verder te rijden. Binnen enkele kilometers vormen we een groep van vier. Ik zit niet lekker op de fiets. We zijn nog maar in de aanloop van de Omloop en het tempo ligt me nu al te hoog. Bij een normale dag zou ik nu mee op kop kunnen rijden. Helaas is mijn plaats die van de bandjesplakker. Ik probeer de krachten zoveel mogelijk te sparen en extra te letten op voldoende eten en drinken. Bij een viaduct moet ik uit het wiel van Marc lossen. In de korte afdaling kan ik nog aanpikken maar het moraal is aangeslagen. Als hij even later even aanzet is het gat definitief gemaakt. We zijn nog geen uur onderweg.



Bij Wannegem ligt de Huisepontweg, de eerste lange kasseistrook, 1800 meter ongelijk liggende brokken steen. Ik kan weer glunderen bij het zien van dit stukje 'ellende'. Op het grote blad maal ik over de stenen, zoekend naar de minst slechte stukken. Soms een stukje berm, soms over de rug van de weg maar vooral de kuilen ontwijkend. Ik zie dat ik Marc nader en schakel nog een tandje bij. Net voor het einde van de strook haal ik Marc bij we rijden gezamenlijk verder. We verlaten het vlakke land.


We rijden de komende kilometers gezamenlijk op naar Kluisbergen waar de eerste beklimming wacht. De lucht is opengebroken. De regen geeft het dorp een trieste blik. Als de weg iets bergop gaat neemt Marc afstand en begint aan de Kluisberg. Langzaam aan zie ik het gat groter worden. Ik kan wel volgen maar met het zware gedeelte dat nog komt spaar ik de benen. Halverwege de klim staat Marc aan de kant te knutselen aan zijn derailleur. De ketting komt niet op het kleinste blad van zijn triple. Op het middenblad duwt hij de fiets even later weer de berg op. Op de top van de hoofdweg over de Kluisberg gaat het parcours over een smalle weg nog gluiperig met enkele steile stukken omhoog. Na de controle volgt een natte, steile afdaling. M'n remblokken houden tot beneden contact met de velgen. Er loopt grijze drab van rubber en regenwater over de remmen. Ik vrees voor afgesleten remblokken als deze regen aanhoudt. En daarmee ook voor het uitrijden van de Omloop.

 

Via de altijd lastige Côte de Trieu wordt het parcours van de Ronde van Vlaanderen gevolgd. Over de  Ronsebaan daal ik in volle snelheid af. De klim van de 1600 meter lange Oude Kwaremont gaat vanuit het lage gedeelte van de heuvel via een smalle weg naar het dorp. Door de open velden ligt het dorp er als een mooi doel bij. De laatste 600 meter gaan vuil omhoog over natte kasseien met een stuk van 11%. Ik zwalk en zwoeg me een weg naar boven. M'n benen raken steeds meer uitgeput. Dadelijk wat eten en drinken en dan kom ik wel weer bovenop. De regen is motregen geworden. Deze regen maakt dat ik me niet lekker warm kan rijden ook al zijn er al zo'n 70 kilometer gereden. Op de top zie ik de Patersberg liggen, een icoon van de Ronde van Vlaanderen. Ons routekaartje geeft echter de Kalkhovenberg aan die daar ongeveer parallel aan ligt. Eerst een halve kilometer beuken over de gladde kasseien waarna de laatste 100 meter met een stijging van 14% kasseien overwonnen mag worden. Op de top zie ik Marc ver voor me. Hij heeft op me gewacht.

 

De splitsing met de kortere, 165 kilometer, komt binnen enkele kilometers. We overleggen of we de volledige afstand nog wel zullen rijden. Ook bij hem is het beste er van af en z'n triple blijft problemen geven. Voor het klassiekerbrevet is het uitrijden van de volledige afstand een vereiste. Maar vanwege m'n matige rijden en het slechte weer vind ik niet dat hij de komende uren door het slechte weer moet blijven rijden. Ook hier geldt het samen uit, samen thuis verhaal. Gelukkig komt Marc zelf met het voorstel om de 210 kilometer verder af te maken. Via de Hoogberg en de langste beklimming van vandaag, de Pottelberg, dalen we af naar Geraardsbergen waar de Muur beklommen mag worden. In het dorp zie ik meer mensen dan alle uren daarvoor. Zigzaggend door het verkeer peddel ik rustig naar de voet van de Muur. Voor mijn gevoel ligt het zwaartepunt van de klim al aan het einde van het asfaltstuk in het eerste gedeelte van de klim. Als deze voorbij is begint het stuk waar de klim bekend om is: de kasseien. Het is een weerzien van de stenen. Na het vele keren zien van de Muur in m'n jeugdjaren rijd ik er nu voor de tweede keer binnen drie weken over. Op de top stroomt de regen naar beneden. In de volle breedte van de weg vloeit het water de afdaling in. Goten zijn kolkende riviertjes geworden, putten staan vol. Gaten ontwijken gaat vanaf hier op goed geluk. Na de afdaling nog een stukje van de Ronde van Vlaanderen. Nog voor de Bosberg, op 106 kilometer, bereiken we Schendelbeke.

 

Bij een café, net buiten het dorp, staan de fietsen van diegene die niet hebben afgestoken tegen de heg. Na het verwijderen van de grijze drab om de remmen worden de blokjes zichtbaar. Door de regen is de remkracht sterk verminderd. De blokjes zijn enigszins uitgedund. Na wat bijstellen is er genoeg over voor de rest van de Omloop. Met het vooruitzicht op een lekkere warme bak koffie in een verwarmd café stappen we met klotsende schoenen naar binnen. De cafébaas verontschuldigd zich voor zijn niet bij elkaar passend servies als hij de vuile kopjes in een handomdraai in de bierspoelbak schoonspoelt. Tijdens het drinken van de lauwe koffie bespreken we nog de Muur en de regen. De doornatte parcoursbeschrijving geeft een eenvoudig stukje van 37 kilometer aan tot de volgende controle. Slechts drie beklimmingen van naam.

 

We pakken de fiets weer op, het aftellen van de kilometers is begonnen. Als we weer op de fiets zitten, is de wolkbreuk recht boven ons. Marc lijkt direct weer met goede benen te fietsen en maakt een gat. Hij gat blijft klein. Voor het eerst vandaag hebben mijn benen een goed gevoel. Eindelijk begint het lekker te draaien. De Valkenberg en Eikenberg ga ik niet hard omhoog maar het tempo over de vlakkere stukken is strak. In de afdaling van de Eikenberg staat Marc aan de kant van de weg. Zwaaiend en roepend probeert hij de komende renners voor een valpartij te sparen. Als ik dicht bij ben is het gevaar zichtbaar. Dwars over de weg ligt een zwarte plas. M'n wielen komen er verraderlijk diep in. Er om heen rijden is onmogelijk. Dan dwars er door heen, gaten ontwijken gaat op goed geluk. Bedankt Marc. Het parcours en het weer vermoeien ook de benen van Marc. In eigen tempo rijden we door en spreken af bij de eerstvolgende controle. Alleen de Varent met een stuk van 16% staat het volgende droge onderdak ons in de weg. Controle bij de Roman Brouwerij op 143 kilometer. De brouwerij biedt allerlei drank aan. Ook bier. Wij wachten nog, er zijn nog 57 kilometer te rijden.

 

Het zijn slechts 41 kilometer tot de volgende controle. Op de fiets komen we al snel aan de Haaghoek, een rechte kasseistrook van 2300 meter die van onze kant licht bergaf gereden wordt. Omdat het klimmen vandaag onvoldoende gaat, neem ik me voor dat de kasseien mijn terrein zijn. Volle bak stort ik me over de stenen. Vermoeide benen worden voor even vergeten. Direct daarna volgt de Leberg met een gemeen stukje van 14%. Ik betaal de rekening van de zojuist gereden kasseistrook. Op de Berendries heeft Marc weer een gat gemaakt. Ik draai rustig m'n tempo door en kom terug in een redelijk tempo.

Ook in de open vlakten met wind tegen blijken de benen goed genoeg te zijn om de snelheid strak te houden. Nog één beklimming en dan kunnen we gaan uitrijden over een vlakke weg naar Gent. Eerst de Molenberg. Even voor de Molenberg staan er geen pijlen meer op de weg. Vreemd, want het is overal goed aangegeven. Alleen als er plassen over de weg lagen. Langzaam wordt mijn vermoeden groter als ik blijf door rijden en geen pijlen tegenkom. Aan het eind van de weg is het duidelijk, ik zit verkeerd. En dat ne

Pint

t na een steile afdaling. Balend rijd ik het hele stuk terug en probeer terug te halen waar het fout moet zijn gegaan. Op het steile stuk omhoog zie ik in de verte enkele renners door de regen ploeteren. Onder deze omstandigheden zijn dat ongetwijfeld renners van de Omloop. Op de top draai ik rechtsaf en volg ze. Enkele kilometers later begint de Molenberg, één van m'n favorieten in deze streek. Het is slechts een smal pad door een bos. Als je het niet weet te liggen zou je er zo voorbij rijden, ware het niet dat er een bombardement aan pijlen en tekens op de weg zijn gekalkt van allerlei routes die de Molenberg opgaan. De Molenberg, slechts 500 meter lang waarvan 400 meter kasseien met een stuk van 17%. Ik bijt me nog even stuk op de laatste klimmeters en weet dat het hierna voornamelijk vlak zal worden.

Enkele kilometers later volgt de Paddestraat, de laatste lange kasseistrook die van de lastige, vuil licht omhoog lopende gedeelte genomen wordt. Hier had ik goede benen moeten hebben, dan had ik het gat met Marc voor een groot gedeelte kunnen dichten. Helaas, vandaag zijn de benen niet goed. Ik kies voor het gootje aan de rand van de weg. Het is smal maar met de snelheid die ik nog kan rijden is het te doen. In Mariaheem zit Marc al te wachten. M'n achterstand is kleiner dan ik dacht.

 

Na een korte pauze vervolgen we de weg naar het noorden. We sluiten aan bij een groepje van twee. Als Marc zich weer los maakt, draaien we met z'n drieën rond. Al na enkele keren moet ik passen en laat het kopwerk aan de anderen over. Niet voor lang want ook de tweede kan het tempo niet meer maken. In een geleidelijk tempo rijden we over vlakke wegen en langs het kanaal terug naar Gent. Marc blijft enkele honderden meters voor ons rijden. Terug bij de auto is het droog. We kleden ons om en nemen nog een pint. 

Lauwe koffie
Molenberg

 


 

Bier
Uitgeputte benen
Malen over de stenen
De lucht breekt open

 

 

 

 
 
Kolkende riviertjes

 

 
Bandjesplakker