12 augustus 2007. Het is drie uur in de
ochtend (!) wanneer de wekker afloopt.
Tijd om op te staan om mij voor te gaan
bereiden op de 235 km. LBL. Dit wordt de
laatste echte krachtsinspanning voor
Parijs-Brest-Parijs. Waarschijnlijk
volgt woensdag nog een 150 km. (met heen
en terug ruim 225 km.) in Amersfoort.
Maar deze zal dan staan in het kader van
lekker licht rijden en de spieren goed
los rijden en houden. Het meeste heb ik
de avond er voor al klaar gemaakt dus is
het nu alleen een kwestie van de tank
(van mijzelf) goed volladen en de
wielerkleding aantrekken. Zo kan ik om
kwart voor vier vertrekken. Op internet
heb ik gezien dat de routeplanner een
uur aangeeft om in Zaltbommel te komen.
Met Gert Lunenborg is afgesproken dat
deze om kwart voor vijf daar zal staan
zodat ik het laatste gedeelte naar Luik
met hem kan meerijden. In eerste
instantie heb ik afgesproken met Klaas
Hoeve naar Luik te gaan. De organisatie
meldde opeens van de week op hun site
dat de tocht vol is en er geen m
mogelijkheid meer is om aan de start in
te schrijven. Daarom heeft Klaas
besloten om niet te gaan. Toevallig heb
ik deze keer wel van tevoren
ingeschreven en probeer ik een ander
reisgezelschap te zoeken.
Jammer genoeg lukt dit niet in de
directe omgeving. Hoewel de tamtam goed
werkte en er veel rond is gevraagd
blijken de meesten de auto al vol te
hebben of om nu ook niet te gaan. Een
melding op het forum PBP leverde een
berichtje van Gert op dat ik wel met hem
mee kan rijden maar dan wel moest zorgen
om in Zaltbommel te komen. En zo is dan
deze afspraak tot stand gekomen. Ik ben
er wel blij mee want het staat mij
steeds meer tegen om na afloop van een
tocht een lange weg alleen naar huis te
rijden. Nu konden we beiden zowel op de
heen- als op de terugweg onze ervaringen
van LBL kwijt en natuurlijk over PBP
praten waar we beide aan deelnemen.
Beiden ook voor de derde keer.
Kwart voor vijf uit Zaltbommel moet
volgens Gert een aankomst zijn van half
zeven in Luik. En dat was goed getimed.
Eén voorval nog te melden. Net voor de
grens hebben we bij een tankstation nog
even een bakje koffie genomen. Ik dacht
een espresso te nemen en had een
bekertje onder het apparaat gezet. Heeft
deze twee openingen en zag ik het
grootste deel van mijn koffie voorbij
gaan. Espresso is al niet veel en nu had
ik daar nog maar de helft van. Jammer,
weinig cafeïne om de dag mee te
beginnen.
We konden vrij makkelijk een
parkeerplaats vinden in Luik voor de
auto. Mijn fiets lag op de achterbank
van de auto en deze moest ik eerst in
elkaar zetten. Daarna de rugzak om en
op naar de start. Gert moest nog even
naar het toilet. Daarom hebben we elkaar
succes gewenst en zijn uit elkaar
gegaan. Lig- en bukfiets gaan op zo'n
tocht als deze niet echt samen. Op de
klimmetjes zou ik waarschijnlijk sneller
zijn en in de afdaling hij. Dus wordt
het heel onregelmatig om samen te
rijden.
Op mijn klokje precies zeven uur start
ik. Hij loopt iets voor en daarom staan
er nog veel deelnemers voor de tocht
over 170 km. te wachten, die om zeven
uur mogen starten. Rustig ga ik op weg
omdat ik weet dat na een paar kilometer
de eerste bult al opduikt, de Cote
d'Embouergh met max. 7 procent stijging.
Een goede opwarmer voor de dag. Deze
gaat lekker, nou ja voor zover klimmen
lekker kan zijn maar ik verteer deze
prima. De volgende kilometers is het
steeds een stuk omhoog of naar beneden.
Tot op gegeven moment er bij een
kruising een groep fietsers staat te
wachten. Het blijkt dat deze verkeerd
zijn gereden en ik dus waarschijnlijk
(nou zeker wel) ook. Een vriendelijke
Belg wijst ons de goede weg. Omdat ik de
aanwijzingen niet heb gehoord lijkt het
mij verstandig om het stuk dat wij naar
de goede route moeten rijden maar met
deze groep mee te gaan. Ook al is het
dan een groep die wat sneller rijdt. Dit
gedeelte kan ik hen gelukkig goed volgen
en na een paar kilometer zitten we
alweer op de goede route.
Van Gert hoorde ik op de terugweg dat er
op de Stockeu een fotograaf had gestaan.
Die had ik niet gezien maar nu verklaart
dit alles. Waarschijnlijk zijn wij deze
net misgelopen. De eerstvolgende
controlepost is de Baracque de Fraiture,
max. vijf procent, dus in feite een
makkie. Daar is het een drukte van
belang en zie ik de eerste bekenden. Een
groepje Oldebroekers met o.a. Jan
Bovendorp, de Elburgers van Riessen en
op het moment dat ik weer wil wegrijden
word ik geroepen. Cora en Jan van
Scherpenzeel, die beiden ook de 235
rijden. Volgens hen kun je alleen maar
zeggen dat je LBL gereden hebt wanneer
je in Bastenaken bent geweest. En gelijk
hebben ze daar ook wel in. Alleen de 235
komt in Bastenaken, voor de andere
afstanden is het eigenlijk een rondje
door de Ardennen. Niet minder zwaar want
de meeste zware bulten worden hier ook
aangedaan, maar het is geen LBL.
Het gedeelte naar Bastenaken is niet
echt zwaar. Het blijft echter glooiend
waardoor je toch de benen gaat voelen en
dit op het einde van de tocht wanneer de
echte zware beklimmingen komen best kunt
merken. Bij Bastenaken is het een
gezellige drukte. Na het nuttigen van
twee bakjes yoghurt en het vullen van
een bidon stap ik weer op. Ook nu is
het eerst weer glooiend. Dit wil niet
zeggen dat het niet moeilijk is want het
gaat wel op en neer van een hoogte van
515 meter bij Bastenaken tot 340 bij
Brisy en weer 540 bij de Wanne.
Daar heb ik dan ook gelijk weer het
eerstvolgende zware obstakel, max. 16
procent. Wat de lengte van de klim is
weet ik niet precies, wel dat het een
heel eind is! Toch is dit de klim die ik
voor mijn gevoel deze dag het lekkerst
oprijd. Beter dan vorig jaar toen ik
hier met moeite tegen op kwam en door
menigeen werd voorbij gereden. Nu had ik
direct mijn eigen tempo te pakken en kon
dit het hele gedeelte volhouden waarbij
ik niets verloor op de 'normale klimmer'
en maar een enkele snelle voorbij zag
flitsen. Bij het controlepunt was het zo
druk dat je in de rij moest staan voor
de bevoorrading. Omdat ik een bidon
wilde vullen sloot ik ook maar aan. Maar
bij de AA-stand bleek het dat je alleen
maar AA-drink kon krijgen en dat water
verderop te verkrijgen was. Uiteraard
had ik Sponserpoeder in mijn bidon
gedaan en moest ik eerst op zoek naar
water dat ik uiteindelijk bij aanwonden
kon verkrijgen.
Het vervolg is een heel gevaarlijk
afdaling die kilometers lang duurt en
waarbij ik nu werd gehinderd door een
voor mij rijdende Nederlandse auto. Ik
kon er niet langs en moest constant in
de remmen knijpen waarbij ik op gegeven
moment dacht als mijn velgen maar niet
te warm worden. Voor je het weet heb je
een klapband. Maar eindelijk bij één van
de laatste bochten ging de auto aan de
kant en liet mij passeren.
Vlak voor Stavelot nog flink
geschrokken. Door de lange afdaling heb
je goed de gang er in. Opeens een diep
gat in de weg dat ik maar ternauwernood
kan ontwijken. Het zal mij niet verbazen
wanneer ik hoor dat hier iemand doorheen
is gereden. Wanneer je er dan met een
klapband vanaf komt mag je van geluk
spreken. Meer voor de hand ligt een
gebroken wiel met alle gevolgen van
dien. Daarna volgde een stuk door
Stavelot waar je over een stuk kasseien
moet die je bijna net zo hard achteruit
slaat dan dat je vooruit gaat. Blij dat
ik er over was. De volgende klim was de
Cote D'Amermont, met 21 procent toch wel
de lastigste, ook al heeft de La Redoute
die naam. Gevolgd door de Cote de la
Haute Levee. Je zit hier op 507 meter en
zakt dan snel naar Ruy tot 309 meter
waarna al gauw de Le Rosier opdoemt, met
een max. van 9 procent, tot al weer een
hoogte van 509 meter.
Weer zakken tot onder de driehonderd
meter en dan de La Vecquee, met max. 8
procent tot 481 meter. Op deze beide
hellingen is het boven een drukte van
belang. Niet alleen staat er veel
familie te kijken maar tevens stappen
veel rijders hier af om even bij te
komen. Weinig rijden er direct door. En
wanneer je dan weer gedaald bent naar La
Reid op 200 meter is het een drukte van
belang in dat dorpje. De hele rotonde
voor het café is bezet met wielrenners
en fietsen. Er moet hier worden
gestempeld en veel maken hier gebruik
van de terrasjes om even bij te komen of
zitten tegen de muren van de huizen. De
drukte is hier helemaal erg omdat ook de
130 en de 170 kilometer hier moeten
stempelen.
Vandaar is het nog een kleine tien
kilometer naar het meest beruchte stukje
van de hele tocht, de La Redoute. Met
een stijgingspercentage van twintig
procent bijna de zwaarste helling maar
zeker de bekendste (beruchtste).
Voornamelijk te danken aan de profkoers
waarbij de profrenners proberen om op
dit stuk de laatste forcing door te
voeren. En wanneer je naar de beelden op
tv kijkt en nu zelf naar boven rijdt
(hijst) dan kun je alleen maar meer
respect voor die renners opbrengen. Als
je ziet met hoeveel snelheid zij nog
naar boven gaan, daar kun je alleen maar
van dromen.
Het was voor mij ook nu weer een heel
gevecht. Op dit soort momenten dan merk
je pas echt dat je ouder wordt. Ik heb
dan echt mijn triple nodig om boven te
komen. En algemeen geldt deze als een
'oude lullen verzet' en daar kan ik nu
wel begrip voor opbrengen. Zonder zou ik
het niet meer halen. De fotograaf op de
helling riep naar mij 'schitterende
foto'. Ik ben dus benieuwd wat hij daar
mee bedoelt. Riep hij dat vanuit
commercieel oogpunt of ben ik echt zo
fotogeniek! Van de week maar kijken op
internet of dit echt een mooie foto is
geworden. Ik kan het mij haast niet
voorstellen want volgens mij moet ik er
uitzien als een dood vogeltje waar het
water met stromen van afloopt.
Eenmaal boven heb je het dan gehad. Het
is dan vrijwel volle bak doorrijden naar
Luik. Maar dan krijg je nog even een
kuitenbijter als de Cote du Hornay, met
6 procent, maar daarna is het echt op
volle snelheid naar Luik. Op volle
snelheid was nu voor mij gewoon rustig
doorfietsen. Maar het is wel prachtig om
te zien hoe van die jonge gasten dan in
volle snelheid je voorbij komen. Auto's
links en rechts passerend alsof er in
Luik een gouden pot op hen wacht. Maar
de adrenaline stroomt dan volop door hun
lijf met de gedachte dat het er bijna op
zit en dan willen ze hun tijd nog wat
aanscherpen. Ik kan mij die tijd nog
goed herinneren dat ik ook zo 'gek'
tekeer ging.
Zelf ben ik tien voor vijf bij de finish
en niet geheel ontevreden met deze tijd.
Mijn snelste tijd is net negen uur en
dat is een jaar of twaalf geleden. Een
verval van drie kwartier in deze periode
is heel acceptabel al is het wel
pijnlijk te merken dat je meer lijdt dan
toen.
Na mijn afmelden ga ik ter hoogte van de
auto wachten op Gert en wanneer deze
arriveert rijd ik met hem nog mee naar
de finish. In deze tijd passeerde ook
Henk Jan de Leeuw, die ook volgende week
in Parijs start en bij de finish werd ik
nog aangesproken als 'Hé randonneur'.
Ook een PBP-ganger die ik niet van naam
ken maar ook bij de brevetten in Zwolle
heb gezien.
Dit was Luik-Bastenalen-Luik 2007. Op de
terugweg een menuutje bij Mc Donalds
verorberd. Tien uur thuis en met lekkere
soep was ik daarna weer gauw het
'mannetje'.
bron:
http://www.joopvanbeek.nl
|