wielerklassieker verslag
Luik-Bastenaken-Luik, 235 kilometer |  Joop van Beek |
  |  publ. 6 jun 2008  |
 

12 augustus 2007. Het is drie uur in de ochtend (!) wanneer de wekker afloopt. Tijd om op te staan om mij voor te gaan bereiden op de 235 km. LBL. Dit wordt de laatste echte krachtsinspanning voor Parijs-Brest-Parijs. Waarschijnlijk volgt woensdag nog een 150 km. (met heen en terug ruim 225 km.) in Amersfoort. Maar deze zal dan staan in het kader van lekker licht rijden en de spieren goed los rijden en houden. Het meeste heb ik de avond er voor al klaar gemaakt dus is het nu alleen een kwestie van de tank (van mijzelf) goed volladen en de wielerkleding aantrekken. Zo kan ik om kwart voor vier vertrekken. Op internet heb ik gezien dat de routeplanner een uur aangeeft om in Zaltbommel te komen.

Met Gert Lunenborg is afgesproken dat deze om kwart voor vijf daar zal staan zodat ik het laatste gedeelte naar Luik met hem kan meerijden. In eerste instantie heb ik afgesproken met Klaas Hoeve naar Luik te gaan. De organisatie meldde opeens van de week op hun site dat de tocht vol is en er geen m mogelijkheid meer is om aan de start in te schrijven. Daarom heeft Klaas besloten om niet te gaan. Toevallig heb ik deze keer wel van tevoren ingeschreven en probeer ik een ander reisgezelschap te zoeken.

Jammer genoeg lukt dit niet in de directe omgeving. Hoewel de tamtam goed werkte en er veel rond is gevraagd blijken de meesten de auto al vol te hebben of om nu ook niet te gaan. Een melding op het forum PBP leverde een berichtje van Gert op dat ik wel met hem mee kan rijden maar dan wel moest zorgen om in Zaltbommel te komen. En zo is dan deze afspraak tot stand gekomen. Ik ben er wel blij mee want het staat mij steeds meer tegen om na afloop van een tocht een lange weg alleen naar huis te rijden. Nu konden we beiden zowel op de heen- als op de terugweg onze ervaringen van LBL kwijt en natuurlijk over PBP praten waar we beide aan deelnemen. Beiden ook voor de derde keer.

Kwart voor vijf uit Zaltbommel moet volgens Gert een aankomst zijn van half zeven in Luik. En dat was goed getimed. Eén voorval nog te melden. Net voor de grens hebben we bij een tankstation nog even een bakje koffie genomen. Ik dacht een espresso te nemen en had een bekertje onder het apparaat gezet. Heeft deze twee openingen en zag ik het grootste deel van mijn koffie voorbij gaan. Espresso is al niet veel en nu had ik daar nog maar de helft van. Jammer, weinig cafeïne om de dag mee te beginnen.

We konden vrij makkelijk een parkeerplaats vinden in Luik voor de auto.  Mijn fiets lag op de achterbank van de auto en deze moest ik eerst in elkaar zetten.  Daarna de  rugzak om en op naar de start. Gert moest nog even naar het toilet. Daarom hebben we elkaar succes gewenst en zijn uit elkaar gegaan. Lig- en bukfiets gaan op zo'n tocht als deze niet echt samen. Op de klimmetjes zou ik waarschijnlijk sneller zijn en in de afdaling hij. Dus wordt het heel onregelmatig om samen te rijden.

Op mijn klokje precies zeven uur start ik. Hij loopt iets voor en daarom staan er nog veel deelnemers voor de tocht over 170 km. te wachten, die om zeven uur mogen starten. Rustig ga ik op weg omdat ik weet dat na een paar kilometer de eerste bult al opduikt, de Cote d'Embouergh met max. 7 procent stijging. Een goede opwarmer voor de dag. Deze gaat lekker, nou ja voor zover klimmen lekker kan zijn maar ik verteer deze prima. De volgende kilometers is het steeds een stuk omhoog of naar beneden. Tot op gegeven moment er bij een kruising een groep fietsers staat te wachten. Het blijkt dat deze verkeerd zijn gereden en ik dus waarschijnlijk (nou zeker wel) ook. Een vriendelijke Belg wijst ons de goede weg. Omdat ik de aanwijzingen niet heb gehoord lijkt het mij verstandig om het stuk dat wij naar de goede route moeten rijden maar met deze groep mee te gaan. Ook al is het dan een groep die wat sneller rijdt. Dit gedeelte kan ik hen gelukkig goed volgen en na een paar kilometer zitten we alweer op de goede route.

Van Gert hoorde ik op de terugweg dat er op de Stockeu een fotograaf had gestaan. Die had ik niet gezien maar nu verklaart dit alles. Waarschijnlijk zijn wij deze net misgelopen. De eerstvolgende controlepost is de Baracque de Fraiture, max. vijf procent, dus in feite een makkie. Daar is het een drukte van belang en zie ik de eerste bekenden. Een groepje Oldebroekers met o.a. Jan Bovendorp, de Elburgers van Riessen en op het moment dat ik weer wil wegrijden word ik geroepen. Cora en Jan van Scherpenzeel, die beiden ook de 235 rijden. Volgens hen kun je alleen maar zeggen dat je LBL gereden hebt wanneer je in Bastenaken bent geweest. En gelijk hebben ze daar ook wel in. Alleen de 235 komt in Bastenaken, voor de andere afstanden is het eigenlijk een rondje door de Ardennen. Niet minder zwaar want de meeste zware bulten worden hier ook aangedaan, maar het is geen LBL.

Het gedeelte naar Bastenaken is niet echt zwaar. Het blijft echter glooiend waardoor je toch de benen gaat voelen en dit op het einde van de tocht wanneer de echte zware beklimmingen komen best kunt merken. Bij Bastenaken is het een gezellige drukte. Na het nuttigen van twee bakjes yoghurt en het vullen van een bidon stap ik weer op.  Ook nu is het eerst weer glooiend. Dit wil niet zeggen dat het niet moeilijk is want het gaat wel op en neer van een hoogte van 515 meter bij Bastenaken tot 340 bij Brisy en weer 540 bij de Wanne.

Daar heb ik dan ook gelijk weer het eerstvolgende zware obstakel, max. 16 procent. Wat de lengte van de klim is weet ik niet precies, wel dat het een heel eind is! Toch is dit de klim die ik voor mijn gevoel deze dag het lekkerst oprijd. Beter dan vorig jaar toen ik hier met moeite tegen op kwam en door menigeen werd voorbij gereden. Nu had ik direct mijn eigen tempo te pakken en kon dit het hele gedeelte volhouden waarbij ik niets verloor op de 'normale klimmer' en maar een enkele snelle voorbij zag flitsen. Bij het controlepunt was het zo druk dat je in de rij moest staan voor de bevoorrading. Omdat ik een bidon wilde vullen sloot ik ook maar aan. Maar bij de AA-stand bleek het dat je alleen maar AA-drink kon krijgen en dat water verderop te verkrijgen was. Uiteraard had ik Sponserpoeder in mijn bidon gedaan en moest ik eerst op zoek naar water dat ik uiteindelijk bij aanwonden kon verkrijgen.

Het vervolg is een heel gevaarlijk afdaling die kilometers lang duurt en waarbij ik nu werd gehinderd door een voor mij  rijdende Nederlandse auto. Ik kon er niet langs en moest constant in de remmen knijpen waarbij ik op gegeven moment dacht als mijn velgen maar niet te warm worden. Voor je het weet heb je een klapband. Maar eindelijk bij één van de laatste bochten ging de auto aan de kant en liet mij passeren.

Vlak voor Stavelot nog flink geschrokken. Door de lange afdaling heb je goed de gang er in. Opeens een diep gat in de weg dat ik maar ternauwernood kan ontwijken. Het zal mij niet verbazen wanneer ik hoor dat hier iemand doorheen is gereden. Wanneer je er dan met een klapband vanaf komt mag je van geluk spreken. Meer voor de hand ligt een gebroken wiel met alle gevolgen van dien. Daarna volgde een stuk door Stavelot waar je over een stuk kasseien moet die je bijna net zo hard achteruit slaat dan dat je vooruit gaat. Blij dat ik er over was. De volgende klim was de Cote D'Amermont, met 21 procent toch wel de lastigste, ook al heeft de La Redoute die naam. Gevolgd door de Cote de la Haute Levee. Je zit hier op 507 meter en zakt dan snel naar Ruy tot 309 meter waarna al gauw de Le Rosier opdoemt, met een max. van 9 procent, tot al weer een hoogte van 509 meter.

Weer zakken tot onder de driehonderd meter en dan de La Vecquee, met max. 8 procent tot 481 meter. Op deze beide hellingen is het boven een drukte van belang. Niet alleen staat er veel familie te kijken maar tevens stappen veel rijders hier af om even bij te komen. Weinig rijden er direct door. En wanneer je dan weer gedaald bent naar La Reid op 200 meter is het een drukte van belang in dat dorpje. De hele rotonde voor het café is bezet met wielrenners  en fietsen. Er moet hier worden gestempeld en veel maken hier gebruik van de terrasjes om even bij te komen of zitten tegen de muren van de huizen. De drukte is hier helemaal erg omdat ook de 130 en de 170 kilometer hier moeten stempelen.

Vandaar is het nog een kleine tien kilometer naar het meest beruchte stukje van de hele tocht, de La Redoute. Met een stijgingspercentage van twintig procent bijna de zwaarste helling maar zeker de bekendste (beruchtste). Voornamelijk te danken aan de profkoers waarbij de profrenners proberen om op dit stuk de laatste forcing door te voeren. En wanneer je naar de beelden op tv kijkt en nu zelf naar boven rijdt (hijst) dan kun je alleen maar meer respect voor die renners opbrengen. Als je ziet met hoeveel snelheid zij nog naar boven gaan, daar kun je alleen maar van dromen.

Het was voor mij ook nu weer een heel gevecht. Op dit soort momenten dan merk je pas echt dat je ouder wordt. Ik heb dan echt mijn triple nodig om boven te komen. En algemeen geldt deze als een 'oude lullen verzet' en daar kan ik nu wel begrip voor opbrengen. Zonder zou ik het  niet meer halen. De fotograaf op de helling riep naar mij 'schitterende foto'. Ik ben dus benieuwd wat hij daar mee bedoelt. Riep hij dat vanuit commercieel oogpunt of ben ik echt zo fotogeniek! Van de week maar kijken op internet of dit echt een mooie foto is geworden. Ik kan het mij haast niet voorstellen want volgens mij moet ik er uitzien als een dood vogeltje waar het water met stromen van afloopt.

Eenmaal boven heb je het dan gehad. Het is dan vrijwel volle bak doorrijden naar Luik. Maar dan krijg je nog even een kuitenbijter als de Cote du Hornay, met 6 procent, maar daarna is het echt op volle snelheid naar Luik. Op volle snelheid was nu voor mij gewoon rustig doorfietsen. Maar het is wel prachtig om te zien hoe van die jonge gasten dan in volle snelheid je voorbij komen. Auto's links en rechts passerend alsof er in Luik een gouden pot op hen wacht. Maar de adrenaline stroomt dan volop door hun lijf met de gedachte dat het er bijna op zit en dan willen ze hun tijd nog wat aanscherpen. Ik kan mij die tijd nog goed herinneren dat ik ook zo 'gek' tekeer ging.

Zelf ben ik tien voor vijf bij de finish en niet geheel ontevreden met deze tijd. Mijn snelste tijd is net negen uur en dat is een jaar of twaalf geleden. Een verval van drie kwartier in deze periode is heel acceptabel al is het wel pijnlijk te merken dat je meer lijdt dan toen.

Na mijn afmelden ga ik ter hoogte van de auto wachten op Gert en wanneer deze arriveert rijd ik met hem nog mee naar de finish. In deze tijd passeerde ook Henk Jan de Leeuw, die ook volgende week in Parijs start en bij de finish werd ik nog aangesproken als 'Hé randonneur'. Ook een PBP-ganger die ik niet van naam ken maar ook bij de brevetten in Zwolle heb gezien.

Dit was Luik-Bastenalen-Luik 2007. Op de terugweg een menuutje bij Mc Donalds verorberd. Tien uur thuis en met lekkere soep was ik daarna weer gauw het 'mannetje'.

bron: http://www.joopvanbeek.nl