2005. Aanleiding was dat een medewielrenner ons in het
peloton vertelde dat hij vanuit Spanje de laatste dagen van
zijn vakantie zou doorbrengen met zijn gezin in België, om
van daaruit mee te doen met de klassieker
Luik-Bastenaken-Luik. Een tocht van 235 km over
geaccidenteerd terrein in de Ardennen. Dit sprak zo tot mijn
verbeelding dat al snel het idee in mijn hoofd wortel begon
te schieten dat ik dat ook zou kunnen volbrengen.
Ik had al een
redelijk aantal tochten gereden waarvan twee in Limburg en
een in Tecklenburg. Dat moest geen probleem zijn. Dus de
stoute schoenen maar aangetrokken en me bij de
fietsvereniging Le Champion aangemeld voor LBL op 14
augustus 2004. Ik zou hem samen rijden met een fietscollega,
die qua niveau goed bij me paste, maar helaas moest hij
wegens familieomstandigheden op het laatste moment verstek
laten gaan. Dus ben ik op donderdag 12 augustus naar Limburg
getogen om daar op camping de bosrand mijn tijdelijk
onderkomen op te zetten. Op het moment dat ik de tent
opzette begon het te regenen, dus dat begon goed. Gelukkig
zaten mijn wielervrienden een kleine 20 km verderop in
België zodat ik daar veel tijd in het droge appartement kon
doorbrengen.
Om 04:00 uur
op zaterdag 14 augustus belde Gineke me wakker, voor het
geval mijn mobieltje niet af zou gaan, en begon ik aan het
ontbijt in kleermakerszit met een stevige bak cappuccino en
8 plakken brood met hagelslag. Daarna de bips insmeren met
vaseline en de benen met een spierverwarmend middel. Om
05:00 uur was ik aangekomen in Warsage waar Sievert en Johan
verbleven met gezin, en samen reden we naar Palais de
Congres te Luik.
Het kwam al
met bakken uit de lucht onderweg en bij de start leek het
nog steeds niet op te klaren. Tot overmaat van ramp lag mijn
regenjas nog in Veendam, en onder het motto “nat word ik
toch”(zweet of regen) gingen we vol goede moed op weg door
de straten van Luik
Al na 5 km
doemde de eerste heuvel op nl. de Côte d’ Embourg met 7%
stijging. Al snel werd mij duidelijk dat ik goed moest gaan
doseren anders zou ik mijn energie te snel verspillen, want
dit zijn wel andere klimmetjes als in Limburg, ze zijn
namelijk veel langer. Boven aangekomen eerst even de
cappuccino eruit laten lopen en tevens Johan en Sievert een
goede reis wensen want die gingen mij veel te snel omhoog.
Ondanks de regen had ik het toch redelijk warm gekregen en
het ging dus nog opperbest. Op 24 km kreeg ik de Côte de Kim
voor de kiezen met een maximale stijging van 11% en voor de
eerste controle kwam de Baraque de Fraiture op mijn pad met
5% stijging. Er was trouwens geen meter vlak wegdek.
Mijn moraal
was inmiddels zodanig gedaald dat ik op de stempelpost 10
minuten lang in de stromende regen heb getwijfeld of ik
misschien beter 170 km kon gaan fietsen, scheelde toch weer
65 km. Toch heb ik mezelf zover kunnen krijgen om toch de
lange weg naar Bastenaken (Bastogne) in te slaan. Was het in
Luik nog 22/23 graden tussen de controle en Bastenaken
daalde de temperatuur tot 15/16 graden. Zonder regenjas en
met het vele hemelwater werd ook ik steeds kouder, vooral
als ik met 70 km/uur naar beneden denderde leek het wel of
het vroor. Al snel begon in mijn hoofd zich een proces af te
spelen waarbij de positieve instelling heel snel plaats
moest maken voor gedachten als:
ik wou dat
mijn fiets doormidden brak
waar ben ik
in godsnaam mee bezig
ik ga als
ik terug ben wel op dammen
waarom heb
ik niet de korte route genomen
enz.
Maar eenmaal
aangekomen in Bastenaken (op 103 km) was er geen weg meer
terug en bleef mij niks anders over dan door te gaan. Eerst
maar opwarmen en een kop hete soep, onder het eten vertelden
medelotgenoten vrolijk dat het zwaarste stuk nog komen
moest, lekker opbeurend was dat. Voor ik mijn weg ging
vervolgen ging ik eerst op zoek naar een regenjas en deze
kreeg ik van een lieftallige dame van de organisatie. Het
was weliswaar een regenponcho die mij tot op de enkels
reikte, maar dat kon me niks schelen. Het overtollige heb ik
onder mijn wielershirt gepropt. Het ging vervolgens weer
vele kilometers op en neer met toch weer een beetje moraal
erbij door de poncho. Op 160 km weer controle en inmiddels
had ik al een gat van 20 cm in mijn regenponcho, hij was
niet van uitmuntende kwaliteit maar hield mij toch wel
redelijk droog en warm en daar ging het uiteindelijk om. Na
een kwartier maar weer op mijn aluminium ros geklommen en
maar weer verder met de moed der wanhoop, want nu kwamen de
zware kilometers. Met in mijn achterhoofd de gedachte van
“ik kom ooit wel weer in Luik” klom ik de Wanne op (16% max).
Oh, wat
duurde deze klim lang. Toch kon ik nog steeds op het
middenblad van 42 voor en 21 achter omhoog, dat gaf mij toch
het gevoel dat ik toch nog wel wat op reserve had. Onderweg
fietste mij iemand voorbij met de mededeling: ‘wat heb jij
een waardeloze fiets! waarbij ik heftig hijgend hem verbaast
en verbouwereerd aankeek en vroeg “Hoezo??”,”ik heb ook zo
een!” En inderdaad hij had ook een Citini. Boven aangekomen
de grote plaat erop en 12 achter en dan maar met
duizelingwekkende snelheid naar beneden denderen voor zover
het gladde wegdek en de bochten dit toelieten mijn hoogste
snelheid was 67,4 km/uur.
Onderweg heb
ik gedurende de hele tocht een paar keer om me heen gekeken
en geprobeerd van het landschap te genieten, en inderdaad
het zag er ondanks het weer toch wel mooi uit. Inmiddels
waren er een paar wielrenners aan mijn wiel blijven plakken
en gezamenlijk reden we lichtjes bergaf op weg naar de Côte
d’ Amermont bleek later. We fietsten op een soort N33 en
moesten linksaf een smal weggetje in ineens doemt daar een
helling voor ons op en ik was me even ervoor nog nergens van
bewust en reed nog op het buitenblad. Dat werd dus
afstappen, met de hand het achterwiel draaien, en naar een
behoorlijk kleinere versnelling schakelen, want het
stijgingspercentage bedroeg maar liefst 21 % (allemaal
achteraf gelezen!!!!!!!!!)
Nu was ik
blij dat ik een triple op mijn fiets heb (drie tandwielen
voor dus voor de leken!)
En weldra
fietste ik met een gangetje van 9 a 10 km/uur omhoog op
30/21.
Na 180
Kilometer : Le Rosier 9%
Na 191
Kilometer : La Vequee 8% (het wordt al minder) en beneden
aangekomen een controlepost en dus weer pauze. Onderweg had
ik een sms ontvangen van Sievert en Johan dat ze om 15:00
uur dit punt bereikt hadden. Het was 16:20 uur toen ik daar
aankwam. Ik heb toen direct een smsje terug gestuurd dat ik
ze wel terug zou zien in het appartement, want volgens mijn
berekening zou ik zeker meer als 2 uur later komen. Je
begrijpt zeker wel dat ik eigenlijk geen calorietje meer
overhad in mijn lijf en toch moesten er nog 39 km worden
afgelegd. Normaal maar een ommetje, nu een mega afstand. Wat
het eten betreft: de mueslirepen, druivensuikers, bananen,
eierkoeken enz. kwamen me de strot uit zo onderhand. Ik
snakte eigenlijk naar een grote portie Vlaamse friet met
veel zout en veel mayonaise. Tot mijn schrik kwam ik
erachter dat we in Wallonië aan het fietsen waren, en ik had
geen idee of de Waalse friet wel te eten was?. Verder met de
tocht: nog één “Berg” restte mij om te beklimmen, de Côte de
la Redoute
Voor het
gevoel en misschien ook in het echt de zwaarste om omhoog te
gaan deze ging een kilometer lang 20% omhoog met amper 7
km/uur wurgde ik mij omhoog. Het publiek langs de kant deed
ook zijn best om de deelnemers omhoog te schreeuwen.
Halverwege zaten een paar femkes in de berm te roepen dat ik
het wel zou halen, waarbij ik er uit kraamde: Fiets
kopen???????? wat bij de dames wel tot enige hilariteit
leidde. Na wat wel een eeuwigheid leek kwam ik boven aan en
zowaar scheen de zon voor een kort moment.
Nu nog maar
26 kilometer naar beneden en de klus is geklaard. Er fietste
een Amsterdamse met me mee maar ik had weinig puf voor een
gesprek, eigenlijk had ik helemaal geen puf meer, zelfs niet
om de bordjes te volgen waar we langs moesten. Ik had met
mijn medevluchtster een stilzwijgende afspraak waarbij zij
riep waar ik heen moest en ik op kop reed om haar een beetje
uit de wind te houden en zodoende samen te finishen.
Onderweg kregen we nog een flinke hagelbui op de kop, maar
die heb ik amper vernomen. En eindelijk na 10 uur en 45
minuten op de fiets in totaal 12 uur en 45 minuten kwamen we
om 18:45 uur aan bij de finish waar mijn andere
fietsvrienden (met vrouwen en kind) al gewassen en gesteven
stonden te wachten op mij. Dat vond ik tocht wel heel erg
tof van ze dat ze op mij hebben gewacht bij de finish. Zij
hebben tevens een geweldige prestatie neergezet door de
tocht te fietsen in 9 uur 38. Heeeeeeeeeeeeeeel eeeeeeeeeerg
moe en voldaan hebben we ’s avonds onder het genot van een
hapje en een drankje (glaasje wijn voor mij) nog enkele uren
zitten nagenieten van de tocht der tochten. Volgend jaar de
Amstel Gold Race. |