wielerklassieker verslag
Luik-Bastenaken-Luik, 235 kilometer |  Herman Kerdijk |
Sportieve aanrader??????? |  publ. 24 mrt 2007  |
 

2005. Aanleiding was dat een medewielrenner ons in het peloton vertelde dat hij vanuit Spanje de laatste dagen van zijn vakantie zou doorbrengen met zijn gezin in België, om van daaruit mee te doen met de klassieker Luik-Bastenaken-Luik. Een tocht van 235 km over geaccidenteerd terrein in de Ardennen. Dit sprak zo tot mijn verbeelding dat al snel het idee in mijn hoofd wortel begon te schieten dat ik dat ook zou kunnen volbrengen.

Ik had al een redelijk aantal tochten gereden waarvan twee in Limburg en een in Tecklenburg. Dat moest geen probleem zijn. Dus de stoute schoenen maar aangetrokken en me bij de fietsvereniging Le Champion aangemeld voor LBL op 14 augustus 2004. Ik zou hem samen rijden met een fietscollega, die qua niveau goed bij me paste, maar helaas moest hij wegens familieomstandigheden op het laatste moment verstek laten gaan. Dus ben ik op donderdag 12 augustus naar Limburg getogen om daar op camping de bosrand mijn tijdelijk onderkomen op te zetten. Op het moment dat ik de tent opzette begon het te regenen, dus dat begon goed. Gelukkig zaten mijn wielervrienden een kleine 20 km verderop in België zodat ik daar veel tijd in het droge appartement kon doorbrengen.

Om 04:00 uur op zaterdag 14 augustus belde Gineke me wakker, voor het geval mijn mobieltje niet af zou gaan, en begon ik aan het ontbijt in kleermakerszit met een stevige bak cappuccino en 8 plakken brood met hagelslag. Daarna de bips insmeren met vaseline en de benen met een spierverwarmend middel. Om 05:00 uur was ik aangekomen in Warsage waar Sievert en Johan verbleven met gezin, en samen reden we naar Palais de Congres te Luik.

Het kwam al met bakken uit de lucht onderweg en bij de start leek het nog steeds niet op te klaren. Tot overmaat van ramp lag mijn regenjas nog in Veendam, en onder het motto “nat word ik toch”(zweet of regen) gingen we vol goede moed op weg door de straten van Luik

Al na 5 km doemde de eerste heuvel op nl. de Côte d’ Embourg met 7% stijging. Al snel werd mij duidelijk dat ik goed moest gaan doseren anders zou ik mijn energie te snel verspillen, want dit zijn wel andere klimmetjes als in Limburg, ze zijn namelijk veel langer. Boven aangekomen eerst even de cappuccino eruit laten lopen en tevens Johan en Sievert een goede reis wensen want die gingen mij veel te snel omhoog. Ondanks de regen had ik het toch redelijk warm gekregen en het ging dus nog opperbest. Op 24 km kreeg ik de Côte de Kim voor de kiezen met een maximale stijging van 11% en voor de eerste controle kwam de Baraque de Fraiture op mijn pad met 5% stijging. Er was trouwens geen meter vlak wegdek.

Mijn moraal was inmiddels zodanig gedaald dat ik op de stempelpost 10 minuten lang in de stromende regen heb getwijfeld of ik misschien beter 170 km kon gaan fietsen, scheelde toch weer 65 km. Toch heb ik mezelf zover kunnen krijgen om toch de lange weg naar Bastenaken (Bastogne) in te slaan. Was het in Luik nog 22/23 graden tussen de controle en Bastenaken daalde de temperatuur tot 15/16 graden. Zonder regenjas en met het vele hemelwater werd ook ik steeds kouder, vooral als ik met 70 km/uur naar beneden denderde leek het wel of het vroor. Al snel begon in mijn hoofd zich een proces af te spelen waarbij de positieve instelling heel snel plaats moest maken voor gedachten als:

  • ik wou dat mijn fiets doormidden brak

  • waar ben ik in godsnaam mee bezig

  • ik ga als ik terug ben wel op dammen

  • waarom heb ik niet de korte route genomen

  • enz.

  • Maar eenmaal aangekomen in Bastenaken (op 103 km) was er geen weg meer terug en bleef mij niks anders over dan door te gaan. Eerst maar opwarmen en een kop hete soep, onder het eten vertelden medelotgenoten vrolijk dat het zwaarste stuk nog komen moest, lekker opbeurend was dat. Voor ik mijn weg ging vervolgen ging ik eerst op zoek naar een regenjas en deze kreeg ik van een lieftallige dame van de organisatie. Het was weliswaar een regenponcho die mij tot op de enkels reikte, maar dat kon me niks schelen. Het overtollige heb ik onder mijn wielershirt gepropt. Het ging vervolgens weer vele kilometers op en neer met toch weer een beetje moraal erbij door de poncho. Op 160 km weer controle en inmiddels had ik al een gat van 20 cm in mijn regenponcho, hij was niet van uitmuntende kwaliteit maar hield mij toch wel redelijk droog en warm en daar ging het uiteindelijk om. Na een kwartier maar weer op mijn aluminium ros geklommen en maar weer verder met de moed der wanhoop, want nu kwamen de zware kilometers. Met in mijn achterhoofd de gedachte van “ik kom ooit wel weer in Luik” klom ik de Wanne op (16% max).

    Oh, wat duurde deze klim lang. Toch kon ik nog steeds op het middenblad van 42 voor en 21 achter omhoog, dat gaf mij toch het gevoel dat ik toch nog wel wat op reserve had. Onderweg fietste mij iemand voorbij met de mededeling: ‘wat heb jij een waardeloze fiets! waarbij ik heftig hijgend hem verbaast en verbouwereerd aankeek en vroeg “Hoezo??”,”ik heb ook zo een!” En inderdaad hij had ook een Citini. Boven aangekomen de grote plaat erop en 12 achter en dan maar met duizelingwekkende snelheid naar beneden denderen voor zover het gladde wegdek en de bochten dit toelieten mijn hoogste snelheid was 67,4 km/uur.

    Onderweg heb ik gedurende de hele tocht een paar keer om me heen gekeken en geprobeerd van het landschap te genieten, en inderdaad het zag er ondanks het weer toch wel mooi uit. Inmiddels waren er een paar wielrenners aan mijn wiel blijven plakken en gezamenlijk reden we lichtjes bergaf op weg naar de Côte d’ Amermont bleek later. We fietsten op een soort N33 en moesten linksaf een smal weggetje in ineens doemt daar een helling voor ons op en ik was me even ervoor nog nergens van bewust en reed nog op het buitenblad. Dat werd dus afstappen, met de hand het achterwiel draaien, en naar een behoorlijk kleinere versnelling schakelen, want het stijgingspercentage bedroeg maar liefst 21 % (allemaal achteraf gelezen!!!!!!!!!)

    Nu was ik blij dat ik een triple op mijn fiets heb (drie tandwielen voor dus voor de leken!)

    En weldra fietste ik met een gangetje van 9 a 10 km/uur omhoog op 30/21.

    Na 180 Kilometer : Le Rosier 9%

    Na 191 Kilometer : La Vequee 8% (het wordt al minder) en beneden aangekomen een controlepost en dus weer pauze. Onderweg had ik een sms ontvangen van Sievert en Johan dat ze om 15:00 uur dit punt bereikt hadden. Het was 16:20 uur toen ik daar aankwam. Ik heb toen direct een smsje terug gestuurd dat ik ze wel terug zou zien in het appartement, want volgens mijn berekening zou ik zeker meer als 2 uur later komen. Je begrijpt zeker wel dat ik eigenlijk geen calorietje meer overhad in mijn lijf en toch moesten er nog 39 km worden afgelegd. Normaal maar een ommetje, nu een mega afstand. Wat het eten betreft: de mueslirepen, druivensuikers, bananen, eierkoeken enz. kwamen me de strot uit zo onderhand. Ik snakte eigenlijk naar een grote portie Vlaamse friet met veel zout en veel mayonaise. Tot mijn schrik kwam ik erachter dat we in Wallonië aan het fietsen waren, en ik had geen idee of de Waalse friet wel te eten was?. Verder met de tocht: nog één “Berg” restte mij om te beklimmen, de Côte de la Redoute

    Voor het gevoel en misschien ook in het echt de zwaarste om omhoog te gaan deze ging een kilometer lang 20% omhoog met amper 7 km/uur wurgde ik mij omhoog. Het publiek langs de kant deed ook zijn best om de deelnemers omhoog te schreeuwen. Halverwege zaten een paar femkes in de berm te roepen dat ik het wel zou halen, waarbij ik er uit kraamde: Fiets kopen???????? wat bij de dames wel tot enige hilariteit leidde. Na wat wel een eeuwigheid leek kwam ik boven aan en zowaar scheen de zon voor een kort moment.

    Nu nog maar 26 kilometer naar beneden en de klus is geklaard. Er fietste een Amsterdamse met me mee maar ik had weinig puf voor een gesprek, eigenlijk had ik helemaal geen puf meer, zelfs niet om de bordjes te volgen waar we langs moesten. Ik had met mijn medevluchtster een stilzwijgende afspraak waarbij zij riep waar ik heen moest en ik op kop reed om haar een beetje uit de wind te houden en zodoende samen te finishen. Onderweg kregen we nog een flinke hagelbui op de kop, maar die heb ik amper vernomen. En eindelijk na 10 uur en 45 minuten op de fiets in totaal 12 uur en 45 minuten kwamen we om 18:45 uur aan bij de finish waar mijn andere fietsvrienden (met vrouwen en kind) al gewassen en gesteven stonden te wachten op mij. Dat vond ik tocht wel heel erg tof van ze dat ze op mij hebben gewacht bij de finish. Zij hebben tevens een geweldige prestatie neergezet door de tocht te fietsen in 9 uur 38. Heeeeeeeeeeeeeeel eeeeeeeeeerg moe en voldaan hebben we ’s avonds onder het genot van een hapje en een drankje (glaasje wijn voor mij) nog enkele uren zitten nagenieten van de tocht der tochten. Volgend jaar de Amstel Gold Race.